WhatsApp
Telefoon

Verhaaltheorie 1: het vertelperspectief

door | 05 november 2013 | Taal | 7 reacties

Sheherazade, vertelperspectief

Iedereen leest wel eens een verhaal: kort of lang, strip of sprookje. Of misschien wel een dikke literaire pil na een lekker chicklit paperbackje. Lezen vind ik een van de mooiste dingen die de uitvinding van het schrift heeft voortgebracht. De Nederlandse literatuur verwijst vaak naar verhalen uit vroeger tijden, sprookjes of mythen. Dat noemen we intertekstualiteit. Maar je kunt nog veel meer analyse toepassen op verhalen en boeken. In de komende weken zal ik de theorie van de verhaalanalyse beschrijven op dinsdag. Vandaag begin ik met het vertelperspectief.

De verteller vertelt het verhaal

“Ja, duh”, hoor ik je denken, “dat is toch logisch?” Ja en nee. Er is een aantal dingen die je goed moet onderscheiden als je de verteller van het verhaal wil benoemen.
Ten eerste, en eigenlijk het belangrijkste, de verteller is nooit maar dan ook echt nooit dezelfde persoon als de schrijver van het verhaal. Een bekend voorbeeld is het voorbeeld van Frans Kellendonk’s Mystiek lichaam. In dit boek komt een antisemitische passage voor, waarvoor hij werd aangeklaagd. Kellendonk won de zaak en sindsdien is dit onderdeel van de verhaaltheorie.
Het tweede dat je over de verteller moet weten is dat hij verschillende vormen kan aannemen. Dat noemen we het vertelperspectief. Er zijn twee vormen: de verteller is onderdeel van het verhaal of hij staat erboven.

De verteller is onderdeel van het verhaal

Daar zijn drie vormen in te onderscheiden: de ik-verteller, de personale verteller en het meervoudig vertelperspectief.
Het ik-perspectief is het vertelperspectief waarbij je het verhaal vanuit de hoofdpersoon meeleest. Een voorbeeld van een ik-verteller is de trilogie van Suzanne Collins: De hongerspelen. Hier beleef je het verhaal vanuit de hoofdpersoon Katniss Everdeen. Je kent haar gedachten en gevoelens. Je weet alleen niet hoe de anderen denken over de ik-persoon. Je weet dus evenveel als de ik. Dat levert natuurlijk ook spanning op. Je weet niet wat er gaat gebeuren.
Bij het personale perspectief weet je eigenlijk niet wie het verhaal vertelt. De schrijver schrijft het verhaal in de hij-vorm. Of in de zij-vorm. De meeste boeken zijn vanuit dit vertelperspectief geschreven. De verteller is niet aan te wijzen. Het verhaal ontrolt zich als het ware vanzelf.
Het meervoudige vertelperspectief vertelt het verhaal vanuit verschillende oogpunten. Meerdere personages krijgen het woord en zo zie je bijvoorbeeld hoe die verschillende personen een gebeurtenis beleven. Dit is het geval bij Menuet van Louis Paul Boon en De Metsiers van Hugo Claus. In deze boeken wordt ieder hoofdstuk vanuit het standpunt van een ander personage beschreven.
Een bijzondere vorm van de meervoudige vertelsituatie is de raamvertelling. Dit is een verhaal dat uit meerdere lagen is opgebouwd, waarbij meerdere vertellers aan te wijzen zijn. Bijvoorbeeld in Max Havelaar. Er zijn hier drie verschillende lagen: de laag die verteld wordt door Droogstoppel, de laag van Stern (de stagiair van Droogstoppel die het verhaal van Sjaalman overneemt) en Saïdjah in het verhaal over Saïdjah en Adinda. Deze bijzondere vorm is ook zichtbaar in De sprookjes van duizend-en-een-nacht waarbij steeds een andere verteller aan het woord is, naast Sheherazade.

De auctoriale verteller staat boven het verhaal

Hij doet niet mee in het verhaal en kent alle gevoelens en gedachten van de personages in het verhaal. Hij heeft een helikopterview. Dat haalt wel een hoop spanning uit het verhaal. Tegenwoordig wordt de auctoriale verteller niet echt meer gebruikt. In de Middeleeuwen werd deze wel gebruikt. Dat komt omdat de meeste verhalen verteld werden. De toehoorder moest aan de hand meegenomen worden, om de aandacht vast te houden. Dat doet de auctoriale verteller.

Waarom is het belangrijk om te weten wat het vertelperspectief is?

Dat heeft te maken met of het perspectief, dus de verteller en daarmee het personage, betrouwbaar is of niet. Je zou je kunnen voorstellen dat een ik-verteller die niet de gevoelens van de andere personages in het boek kent, niet betrouwbaar is, dat geldt ook voor de personale vertelinstantie. Een goed voorbeeld hiervan is Nooit meer slapen van W.F. Hermans. Alfred Issendorf kent de gedachten van zijn reisgenoten niet en denkt telkens dat anderen het slecht met hem voor hebben. Later komt hij erachter dat dit niet zo is en jij als lezer ziet het hele boek ineens in een ander daglicht.
Wil je je eigen boek schrijven of loop je vast in het schrijven? Boek dan nu een gratis sessie in mijn kalender van 20 minuten en stel je vraag!


Meer weten of vragen?

Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!

7 Reacties

  1. Jacob Jan

    Leuk.
    Ik ben er op gaan letten toen is zelf ben gaan schrijven.
    Toen ontdekte ik dat sommige schrijvers er een mooi spel mee spelen.
    George Elliot neemt als verteller soms haar karakters in bescherming tegen een te hard oordeel van haar lezers.
    Ik lees nu Bleak House van Dickens. Hij wisselt een ik-verhaal af met hoofdstukken waar hij de afstand neemt om cynische beschrijvingen te kunnen geven van de Londonse juridische wereld. Zijn hoofdpersoon is te lief om dat te kunnen.
    Ik leer zo ook dat schrijvers soms vertel wetten aan hun laars lappen en er prachtig mee weg komen.

    Antwoord
    • Martha

      Ja, het genuanceerdere verhaal is dat geen enkel verhaal een duidelijk perspectief heeft. Zelfs in The Hunger Games wisselt het perspectief. Het gaat meer om het grote geheel: wie heeft het vaakst het woord?

      Antwoord
  2. Loek

    Hallo,
    Ik ben momenteel druk bezig met het studeren voor mijn herkansing proza-analyse. Deze is bepalend of ik mijn propedeuse haal of niet. Nu vind ik de uitleg op uw website erg duidelijk (zelfs beter dan in mijn boek!) en ik heb een vraag over extra uitleg. Hierboven staan de drie perspectieven benoemd, maar in mijn opleiding krijgen we de perspectieven ook nog onderverdeeld.
    Zo heeft de auctoriale verteller de impliciet auctoriale verteller en expliciet auctoriale verteller. De personale verteller heeft enkelvoudig personaal en meervoudig personaal. Ten slotte heeft de ik-verteller het vertellend ik en het belevend ik.
    Aangezien ik de uitleg in mijn boek lastig vind om te begrijpen, vroeg ik mij af of u, in uw makkelijke uitlegtaal, mij deze begrippen kunt uitleggen.
    Alvast heel erg bedankt voor de moeite!

    Antwoord
    • Martha

      Ha Loek,
      Dank je wel voor je compliment. Ik ga proberen of ik het duidelijk kan uitleggen.
      Het personale perspectief is inderdaad onderverdeeld in enkelvoudig en meervoudig personaal. Bij een enkelvoudig personaal perspectief lees je het verhaal vanuit een personage. Je kent de gedachten van de anderen niet. Denk bijvoorbeeld aan De Aanslag: je ziet het verhaal alleen vanuit het perspectief van Anton Steenwijk die er langzaam maar zeker achterkomt hoe de aanslag die zijn leven veranderde in elkaar stak.
      Bij een meervoudig personaal perspectief zie je het verhaal vanuit meerdere personages. Denk bijvoorbeeld hierbij aan De geruchten van Hugo Claus. Ieder hoofdstuk wordt door een ander personage verteld: de titel van elk hoofdstuk verwijst hierbij naar degene die het perspectief van het verhaal heeft.
      Dan het impliciete en expliciete auctoriale perspectief. Bij een expliciet auctoriaal perspectief moet je vooral denken aan een verteller die duidelijk aanwezig is in het verhaal. Dit kan je vaak zien aan opmerkingen zoals “Maar wij weten wel beter” of “Pas op, om de hoek staat de vijand”. Denk bijvoorbeeld vooral aan Meneer de Uil van de Fabeltjeskrant: hij weet precies wat er aan de hand is.
      Een impliciete auctoriale verteller is een verteller die onzichtbaar boven het verhaal zweeft. Hij levert geen commentaar op de gedragingen van de personages en zal ook niet vooruitwijzen naar mogelijke uitkomsten. Hij vertelt het verhaal, maar doet dat ongemerkt.
      Het belevend ik bij de ik-verteller heeft een aandeel in het verhaal. Je ziet het verhaal ontvouwen zoals de ik dat beleeft. Real-time.
      Het vertellend ik vertelt een verhaal achteraf. Hij of zij blikt terug op het avontuur dat hij heeft beleeft of op zijn leven. Vaak zie je het vertellend ik bij autobiografieeën. Deze teksten zie je vaak in de verleden tijd geschreven.
      Ik hoop dat dit een beetje helpt. Succes met je tentamen.

      Antwoord
      • Loek

        Dit helpt absoluut. Heel erg bedankt voor de extra uitleg!

        Antwoord

Trackbacks/Pingbacks

  1. Verhaaltheorie 2: personages - Tekstbureau DrsPee - […] week stipte ik al even de personages aan in het kader van het vertelperspectief. Vandaag zal ik verder gaan…
  2. Verhaaltheorie 3: verteltijd en vertelde tijd - Tekstbureau DrsPee - […] personages en vertelperspectief is ook de tijd waarin het verhaal zich afspeelt belangrijk. Bij tijd onderscheiden we twee soorten:…
  3. Verhaaltheorie 7: de roman onderverdelen - Tekstbureau DrsPee - […] Verhaaltheorie 1: het vertelperspectief […]

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest