#50books: Een biografie lezen
Gisteren vroeg ik of jullie (auto)biografieën lezen. Ik moet bekennen dat ik er zelf nog geen één heb gelezen die me bijgebleven is. Zelfs voor het schrijven van mijn scriptie over Godfried Bomans kan ik me niet herinneren dat ik ooit een biografie heb gelezen over de goede man.
Ik had de biografie van Vondel kunnen hebben
Op het bloggersevent van Meulenhoff sprak ik Piet Calis. Hij is de schrijver van Het spel en de knikkers uit 1983, een literatuurmethode voor het voortgezet onderwijs. In 2010 schreef hij een vuistdikke biografie over Joost Vondel die ik had kunnen kiezen als boek om mee te nemen. Ik koos voor andere boeken.
Daaruit blijkt natuurlijk wel dat mijn voorkeur niet bij biografieën ligt. En zoals ik tegen meneer Calis zei over zijn literatuurmethode: “Dit zal altijd een leemte blijven in mijn educatie.” Gelukkig had hij gevoel voor humor.
Ik denk eerlijk gezegd dat ik niet houd van de manier waarop biografieën geschreven worden: ik heb het idee dat die dingen altijd hineininterpretiert worden. Zoals Mulisch zei: “Ik ben de oorlog”. Duidelijke uitspraak: zijn moeder was joods en zijn vader Duitser. Zoek daar dan niet meer achter.
Voor een biografie vind ik dat je je moet beperken tot de feiten. Hoe iemands leven is gelopen kun je niet uit de fictie halen. Fictie is just that: fictie. Tenzij de auteur echt heeft gezegd dat hij of zij er autobiografische elementen in gestopt heeft, kun je er geen andere interpretaties aan hangen. Nogmaals: dat is mijn mening.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
0 reacties