Verschillende steden in Nederland en Vlaanderen (en de rest van de wereld) hebben musea ingericht rondom de huizen waar een bekende schrijver of schrijfster heeft gewoond. Soms is het niet meer dan een plaquette: “Hier woonde X schrijver van boek zus” Of: “Hier werd in het jaar Y deze of gene schrijver geboren, die het boek Z schreef.” Soms is er een heel museum omheen opgericht, zoals bijvoorbeeld in Brugge. Daar is in het geboortehuis van Guido Gezelle een museum ingericht rondom de dichter en zijn oeuvre.

In Praag is er zelfs een hele straat gewijd aan de schrijver Franz Kafka, het zogenaamde Gouden Straatje. Op nummer 22, het vroegere woonhuis van de schrijver is een museumpje ingericht met een boekwinkel erbij. Het hele straatje bestaat uit souvenirshops en cafetaria. Ik heb me laten vertellen dat je inmiddels toegang moet betalen om het gouden straatje te mogen bezoeken. Ik weet niet of dit echt waar is, maar het is wel de grootste toeristische trekpleister van Praag.
Ook in Engeland staan meerdere woon- en geboortehuizen van schrijvers die tot museum zijn omgebouwd, zoals Wordsworths Dove Cottage in Grasmere, Jane Austens woonhuis in Chawton, het woonhuis van de Brontë zusjes in Haworth… En zo zijn er nog veel meer musea op te noemen.
De vraag die uit bovenstaande voortvloeit, komt deze keer van Hendrik Jan de Wit:

Heb je wel eens het huis van een schrijver bezocht en heeft dit je leesgedrag ten aanzien van die schrijver veranderd?

Ik lees weer graag hoe jullie omgaan met bezoeken aan schrijvershuizen. Laat de link naar je blog achter in de reacties! En als je nog vragen kunt bedenken voor #50books, houd ik me weer aanbevolen.