#50books vraag 2: het recht op belediging
Is in een literair werk alles geoorloofd omdat de handelingen zich afspelen in een universum waar andere of geen wetten gelden?
Dat vraagt Peter in vraag 2 van de serie #50books dit jaar naar aanleiding van de afschuwelijke gebeurtenissen van afgelopen week. En daar heb ik de hele dag op lopen herkauwen.
Het recht op belediging
In het kader van die gebeurtenissen zag ik een discussie op tv die ging over het recht op vrije meningsuiting. Iedereen mag natuurlijk zeggen wat hij of zij denkt en daar wordt vandaag de dag flink gebruik van gemaakt. Te pas en te onpas.
De vraag was wanneer het recht op vrijheid van meningsuiting omslaat in het recht op belediging. Heb ik het recht om iemand te beledigen als ik daarmee mijn recht op vrije meningsuiting uitoefen? Of andersom: mag ik tijdens het uitoefenen van mijn recht op vrijheid van meningsuiting iemand beledigen en hoe ver mag ik daarin gaan?
Met andere woorden: wanneer is iets satire en humor en wanneer wordt het belediging en smaad?
Dat is volgens mij een dunne lijn, die heel veel grijs gebied kent. We herinneren ons allemaal nog wel Owen Schumacher die Frank de Grave parodieerde door hem een glaasje ranja met een rietje te laten drinken bij Kopspijkers. Is dat satire? Wij vinden van wel, maar hoe vond de echte Frank de Grave dat? Misschien vond hij het wel een belediging.
En in boeken? Mag je dan wel alles schrijven?
Ik verwijs even naar een rechtszaak uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Ik heb deze al eerder aangehaald. In het kort: Frans Kellendonk werd aangeklaagd voor antisemitische uitspraken, gedaan door één van zijn personages in Mystiek lichaam. De rechtbank oordeelde dat een schrijver niet aansprakelijk was en dus niet gelijk gesteld kon worden aan de personages in zijn boeken, tenzij duidelijk is dat hij of zij die mening ook aanhangt.
Mijn strijd
Aan de andere kant zien we dat een boek daadwerkelijk gebruikt kan worden als pamflet voor een ideologie. Kijk naar Marx en Engels die een socialistisch pamflet schreven (Das Kapital), waar de communisten mee aan de haal gingen.
En nog een ander bekend boek, Mein Kampf, waarmee neo-nazi’s goede sier maken.
Ook Piketty maakt volgens mij goede kans om een nieuwe schare volgelingen te krijgen en Ron Hubbard’s scientology is een ander goed voorbeeld.
Ik oordeel hierbij niet over goed of fout. Een boek zelf kan niet eens goed of fout zijn, alleen het gebruik door mensen bepaald hoe een boek wordt gezien.
Een boek kan ook geen belediging zijn. Dat lijkt me onmogelijk. Moet je dan alles zomaar kunnen opschrijven? Ik hink op twee gedachten. Ik vind zelf dat je alles moet kunnen opschrijven. Wat ik ook vind, en dat is de tweede gedachte, is dat je jezelf rekenschap moet geven van wat mensen van jouw boek kunnen maken. Daar ben jij als schrijver persoonlijk niet verantwoordelijk voor: degene die interpreteert is dat.
Je kunt echter wel kijken of de belediging in je boek echt noodzakelijk is en welke grenzen je overgaat. De belediging als functioneel naakt.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
4 Reacties
Trackbacks/Pingbacks
- Martha Pelkman (@drspee) - #50books vraag 2: het recht op belediging http://t.co/UKS5TiErLX Een bijna filosofische verhandeling. Bijna.
- LiesbethvBerkel (@LiesbethvBerkel) - RT @drspee: #50books vraag 2: het recht op belediging http://t.co/UKS5TiErLX Een bijna filosofische verhandeling. Bijna.
We zijn het deels eens, deels niet!
Blijft moeilijk en boeiende materie.
Het was een goede voor mij geweest, om mijn tanden in te zetten.
Helaas (nog) geen energie
Volgens mij mag je nog altijd antwoorden hoor, als je weer energie hebt. :). Ben benieuwd naar jouw antwoord op deze vraag.
Een krant, tijdschrift of boek kan ik wegleggen, een mens kan ik ontlopen.
Beledigen vind ik pijnlijk, kwetsend en onnodig.
Ik juich dus niet toe.
Vriendelijke groet,