"Je bent moslim, toch?"
In al mijn onschuld vroeg ik dit aan de cursist die tegenover mij zat vrijdagochtend. Mijn vraag was gebaseerd op het feit dat ik in de les de Nederlandse feestdagen ging uitleggen en ik wilde weten in hoeverre hij, als moslim, daarvan op de hoogte was. Hij keek me aan en zei: “Ik moet uitleggen.”
“In Afghanistan, waar ik vandaan kom, zijn verschillende religieuze groepen, waaronder moslims. Ik ben zelf opgevoed als moslim, maar mijn geloof zit in mijn hart. Ik beleef het vanuit mijn hart en ik probeer goed te leven. Als man. Als mens. Als echtgenoot voor mijn vrouw. Wat er nu in Brussel is gebeurd, is vreselijk. Ik keur dat absoluut niet goed.”
Ik onderbrak hem en zei dat hij zich tegenover mij niet hoefde te verontschuldigen voor de rotte appels. Hij knikte, keek naar zijn handen, kneep ze in elkaar en keek weer op.
“Verder wil ik, nu ik in Nederland ben, de Nederlandse cultuur en gewoonten leren begrijpen. Wat ik thuis doe, is mijn zaak, dat gaat niemand wat aan, maar buiten hoeft mijn vrouw zich niet te bedekken en zal ik geen traditionele kleding dragen. De Bijbel en de Koran zijn boeken die in grote mate overeen komen met elkaar. Tijdens mijn studie communicatie heb ik die bestudeerd en ik zag dat ze geen van beiden dit soort gedrag goedkeuren.
Maar ik leef volgens mijn hart: ik doe wat ik denk dat goed is voor mijzelf, voor mijn vrouw en voor mijn medemens. Het maakt niet uit of je christen of moslim bent. Het belangrijkste is dat je probeert een goed mens te zijn. Voor iedereen. Sommige mensen hier voelen zich beter dan moslims en spreken heel negatief over moslims.”
Hij vertelde over zijn ouders, zijn zus en broer. Hij vertelde over zijn vader die inmiddels was overleden en hij vertelde over zijn reis naar hier: hij was nog nooit buiten zijn land geweest. Het was de verste reis die hij ooit had gemaakt. Eerst naar India en daar op het vliegtuig naar Nederland. Hoe hij hier zijn dagen doorbrengt met wandelen en fietsen, terwijl hij graag zou werken. Hoe hij zich zorgen maakt om zijn moeder en dat zijn vader is overleden. Hoe er door sommige mensen tegen hem wordt aangekeken.
Ik keek hem aan. Deze man, die nog nooit ergens anders was geweest dan Afghanistan, verwoordde in redelijk goed Nederlands met hier en daar een woordje Engels, wat ik denk. De tranen liepen uit mijn ogen. Het was ontzettend onprofessioneel. Snel veegde ik de tranen weg, maar het hielp niet. Ze bleven komen en ik moest hem nog les geven. Ik verontschuldigde me dat ik zo emotioneel was en ik probeerde uit te leggen waarom het mij zo raakte, wat hij zei.
“Ik ging ervan uit dat je moslim bent, omdat veel mensen uit het Midden-Oosten moslim zijn. Ik had dat niet zo mogen aannemen en wat je vertelde over vanuit je hart leven dat raakte me, omdat ik zie hoe mensen hier reageren op de vluchtelingenstroom. Ik heb van je geleerd vandaag. Vandaag was ik de leerling. Dank je wel.”
Mijn leermeester keek me nogmaals aan en knikte. We begrepen elkaar. Ik droogde mijn tranen en we konden verder met de les. Ik had mijn les geleerd: ik ga er nooit meer vanuit dat iemand uit het Midden-Oosten automatisch moslim is. We kunnen zoveel leren van elkaar, als we maar willen.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Wat een mooi verhaal en wat een mooie conclusie.
Als we allemaal zo gaan denken gaan we elkaar misschien eindelijk wat beter begrijpen.
<3