Ik ben ooit in Berlijn geweest. Om precies te zijn: van 10 tot 12 augustus 1999. Ik bekeek toen de totale zonsverduistering van 11 augustus 1999 op de Alexanderplatz. Dat is een herinnering die je altijd bijblijft. Ik ben ook bij Charlottenburg geweest; het toenmalige woonhuis van generaal Zobel, die een rol speelt in het boek Duel met Paard van Pauline Genee.
Berlijn, 1904. De hoofdstad is in de ban van het wonderpaard Hans, dat rekenen kan. Geleerden staan voor een raadsel: is het bedrog, of kan het dier werkelijk worteltrekken? De oude Von Osten, die wekelijks op zijn binnenplaats met hem optreedt, blijft aldoor hopen op officiële erkenning. De verschijning van Emilio Rendich, een flamboyante schilder die over de juiste contacten beschikt, is een buitenkans. Maar als die zich aan de vooravond van de langverwachte onderzoekscommissie laat afleiden door een verboden liefde, slaat ook bij hem de twijfel over Hans rekenkunst toe. De ondergang van man en paard lijkt nu onafwendbaar.
Generaal Zobel is degene die zijn naam verbindt aan een artikel over het paard Hans dat kan rekenen. Maar kan Hans echt wel rekenen? Dat is de vraag die het hele boek door blijft spelen. Gelukkig krijgen we aan het einde van het boek antwoord. Ook andere vragen krijgen antwoord aan het einde van dit boek. Het is mooi zoals Pauline Genee alle eindjes aan elkaar knoopt. Ze laat er geen twijfel over bestaan wat er met de hoofdpersonen van het boek is gebeurd, welke geheimen ze meedragen en hoe ze omgaan met Hans en zijn eigenaar Wilhelm von Osten.
Wilhelm von Osten is een oude man die zijn paard Hans al jaren heeft getraind om hem te leren rekenen. Hij wil daar erkenning voor. Die zucht naar erkenning komt doordat zijn vader hem nooit heeft erkend: hij blokkeerde Von Ostens droom om leraar te zijn. Van Osten leerde om de vraag van zijn vader te interpreteren: Weet je dat wel zeker Wilhelm? Aan de toon kon hij ontdekken welk antwoord zijn vader van hem verlangde: was de toon nors en bozig, dan was het antwoord nee. Dat leerde hij snel omdat hij anders stokslagen kreeg.
Het zijn de subtiele signalen die Von Osten leerde te onderscheiden. Die signalen komen later in het boek terug.
Emilio Rendich is een berooide schilder die aanklopt bij zijn vriend Franz om hulp. Franz is een geslaagde kunstschilder met een mooi huis en een vrouw genaamd Mary. Mary lijkt interesse te hebben in Emilio. Ze noemt hem haar kleine afstandelijke Italiaan. Rendich wordt in de twee weken die hij bij Franz logeert verliefd op Mary. Tijdens zijn verblijf in Berlijn ontdekt hij Von Osten en zijn wonderpaard. Hij raakt bevriend met Von Osten en komt dagelijks om Hans en zijn eigenaar te schilderen.
Ook Mary zendt subtiele signalen uit naar Rendich.
Die signalen worden door Rendich, als observator, correct geïnterpreteerd. Uiteindelijk bedrijft Emilio de liefde met Mary en zij protesteert niet. Sterker nog, onder tafel bij het diner op Charlottenburg, bij generaal Zobel, duwt ze haar voet tegen Emilio’s kruis. Niet een heel subtiel signaal, maar onzichtbaar voor anderen. De reden dat Emilio naar bed ging met Mary, was niet alleen omdat hij verliefd op haar was, maar ook omdat hij een gruwelijke ontdekking had gedaan over Hans. Een ontdekking die ik hier niet zal verraden.
De subtiele signalen die in het verhaal zitten, zijn ook te zien in de manier waarop Genee sommige gebeurtenissen in het ongewisse laat. Bijvoorbeeld op bladzijde 181-182:
Nu durfde hij, onderuitgezakt op zijn stoel, ook gewoon Mary aan te kijken. Waarom ook eigenlijk niet? Hij hield van haar. Wat was ze mooi, zo uitdagend als ze daar zat, ze was van hem, hij wilde haar, en zij hem. Wat was ook alweer het bezwaar tegen dit prachtige, overweldigende gevoel?
Toen werd alles zwart.
[…]
Toen Emilio de volgende ochtend wakker werd onder een oud tafelkleed op de stenen vloer van de gereedschapsschuur, herinnerde hij zich eerst helemaal niets. Iemand moest hem hier hebben neergelegd. Iemand had ook zijn spullen naast hem neergezet. Zijn jas lag ruggelings over zijn koffer, als een dronkenman: één arm reikend naar de grond, alsof daar ergens nog een fles met een bodempje stond.
Het is volledig onduidelijk wat er is gebeurd aan het einde van het diner en de volgende ochtend. Hoewel het zich wel laat raden. Verderop wordt wel duidelijker wat er is gebeurd, maar de details worden niet bekend. Dat vind ik leuk gedaan.
Conclusie
Het boek is goed geschreven, leest lekker weg en heeft ook nog de leuke bijkomstigheid dat het gebaseerd is op waarheid. Er was echt een kluger Hans in 1904 in Berlijn! Ook de onderzoekers die slechts een bijrolletje hebben, hebben echt bestaan en de genoemde onderzoeken bestaan ook. Zelfs de schilder Rendich heeft bestaan en een sleutelrol gespeeld in het onderzoek naar het rekenpaard.
De driehoeksverhouding tussen Franz, Mary en Emilio is waarschijnlijk verzonnen, maar geeft wat mij betreft extra cachet aan het verhaal. Ik vind dit een absolute aanrader!
Hier kun je meer recensies lezen over dit boek.
Dit is mijn zesde boekrecensie in het kader van ‘Een perfecte dag voor literatuur‘, georganiseerd door Cathelijne Esser van Not just any book. Ik heb dit boek gratis gekregen, maar dat heeft in geen enkel opzicht mijn mening over het boek beïnvloed.
0 reacties