Gedichten: de ballade van Heer Halewijn en meer
Halewijns hoofd op schotel
De ballade bestaat al sinds de dertiende eeuw. Het komt van het woord ballata, wat Italiaans is voor danslied. De ballade is een verhalend gedicht, meestal over een moordpartij of een held of heldendaden. Ik denk dat de meest bekende ballade uit de Middeleeuwen het lied van Heer Halewijn is:
Heer Halewijn zong een liedekijn;
Al die dat hoorde wou bij hem zijn.
En dat vernam een koningskind,
Die was zoo schoon en zoo bemind.
Zij ging voor haren vader staen;
‘Och vader, mag ik naer Halewijn gaen?’
‘Och neen, gij dochter, neen gij niet!
Die derwaert gaen en keeren niet.’
Zij ging voor hare moeder staen:
‘Och moeder, mag ik naer Halewijn gaen?’
‘Och neen, gij dochter, neen gij niet!
Die derwaert gaen en keeren niet.’
Zij ging voor hare zuster staen:
‘Och zuster, mag ik naer Halewijn gaen?’
‘Och neen, gij zuster, neen gij niet!
Die derwaert gaen en keeren niet.’
Zij ging voor haren broeder staen:
‘Och broeder, mag ik naer Halewijn gaan?’
‘t Is mij aleens waer dat gij gaet,
Als gij uw eer maer wel bewaert,
En gij uw kroon naer rechten draegt.’
Toen is zij op haer kamer gegaen
En deed haer beste kleeren aen.
Wat deed zij aen haeren lijve?
Een hemdeken fijnder als zijde.
Wat deed zij aen haer schoon korslijf?
Van gouden banden stond het stijf.
Wat deed zij aen haren rooden rok?
Van steke tot steke een gouden knop.
Wat deed zij aen haeren keirle? (overkleed)
Van steke tot steke een peirle. (parel)
Wat deed zij aen haer schoon blond haer?
Een kroone van goud en die woog zwaer.
Zij ging dan in haer vaders’ stal,
En koos daer ‘t beste ros van al.
Zij zette haer schrijlings op het ros:
Al zingend en klingend reed zij door ‘t bosch.
Als zij te midden ‘t bosch moge zijn.
Daer vond zij mijn heer Halewijn.
‘Gegroet!’ zei hij, en kwam tot haer.
‘Gegroet, schoon maegd, bruin oogen klaer!’
Zij reden met elkander voort
En op den weg viel menig woord.
Zij kwamen bij een galgenveld,
Daeraen hing menig vrouwenbeeld.
Alsdan heeft hij tot haer gezegd:
‘Mits gij de schoonste vrouwe zijt,
Zoo kiest uw dood! Het is nog tijd.’
‘Wel als ik dan hier kiezen zal,
Zoo kieze ik dan het zwaard voor al.
Maer trekt eerst uit uw opperst kleed,
Want maegdenbloed dat spreit zoo breed;
Zoo ‘t u bespreide het ware mij leed.’
Eer dat zijn kleed getogen was,
Zijn hoofd lag voor zijn voeten ras;
Zijn tong nog deze woorden sprak:
‘Gaet ginder in het koren
En blaest daar op mijn horen,
Dat al mijn vrienden ‘t hooren.’
‘Al in het koren en gae ik niet;
Op uwen horen en blaes ik niet.’
‘Gaet ginder onder de galge
En haelt daer een pot met zalve
En strijkt dat aen mijn rooden hals!’
‘Al onder de galge en gae ik niet;
Uwen rooden hals en strijk ik niet,
Moordenaers-raed en doe ik niet.’
Zij nam het hoofd al bij het haer
En waschte ‘t in een bronne klaer.
Zij zette haer schrijlings op het ros;
Al zingend en klingend reed zij door ‘t bosch.
En als zij was ter halver baen,
Kwam Halewijns moeder daer gegaen:
‘Schoon maegt, zaegt gij mijn zoon niet gaen?’
‘Uw zoon heer Halewijn is gaan jagen,
g’en ziet hem weer uws levens dagen
‘Uw zoon heer Halewijn is dood;
Ik heb zijn hoofd in mijnen schoot;
Van bloed is mijnen voorschot rood!’
Toen ze aen haer vaders poorte kwam,
Zij blaesde den horen als een man.
En als de vader dit vernam,
‘t Verheugde hem dat zij weder kwam.
Daer werd gehouden een banket;
Het hoofd werd op de tafel gezet.
Het lied gaat over een prinses die op zoek gaat naar Heer Halewijn, een zingende ridder. Haar vader verbiedt het, maar haar broer zegt dat ze mag gaan, als ze haar eer maar behoudt. Als de prinses Halewijn gevonden heeft, geeft hij haar de keuze hoe ze wil sterven. Ze kiest voor het zwaard, want dat is de adellijke manier om te sterven. De gewone burgers stierven aan de galg. Door een list weet de prinses het hoofd van Halewijn af te slaan. En zoals het hoort, vraagt het hoofd nog om zalf voor zijn nek, maar de prinses is onverbiddelijk (wat een trut) en zegt dat ze niet de raad van een moordenaar zal opvolgen. Ze komt thuis en wordt als een heldin onthaald. Het hoofd wordt op de tafel gezet waar een feestmaal wordt gehouden. Mij zou de eetlust zijn vergaan.
Ook liefdesverhalen behoren tot de ballade
Meestal lopen deze zeer slecht af. Er komt veel verdriet in voor. Zo ook in het Egidiuslied:
Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn
Egidius, waar ben je gebleven?
Ik mis je zo, mijn kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het leven.
Je vriendschap was er vroeg en laat,
maar ‘t moest zo zijn, een van ons gaat.
Ook is er het verhaal van de twee koningskinderen, waarvan niet bekend is wie het geschreven heeft of wanneer. Het gaat over twee koningskinderen die enorm verliefd op elkaar waren, maar elkaar niet konden bereiken omdat het water te diep was. Om de prins geïnteresseerd te houden, stak de prinses drie kaarsen aan. Maar toen kwam er een oud vrouwtje die de kaarsen uitblies. Het was een soort vuurtoren kennelijk, want de jonge prins was in een boot gestapt. Toen de kaarsen uit waren, verdronk de jonge prins. Zielig hè? Dat vond de prinses ook, want ze ging naar haar moeder en vroeg of ze langs de zee mocht gaan lopen omdat ze hoofdpijn had.
De koningin vindt het niet goed dat ze alleen gaat en zegt dat ze haar zusje mee moet nemen, maar het meisje zegt, dat dat nog zo’n klein kindje is dat alleen maar alle roosjes plukt. De moeder gaat naar de kerk en de prinses gaat haar eigen gang. Ze loopt naar een visser en vraagt hem zijn net uit te gooien. Dat doet de visser en hij haalt de jonge prins uit het water. Dan geeft de prinses de visser een ring van haar vinger en springt na een ontroerend vaarwel naar haar familie en vrienden met de prins opnieuw in zee. Uiteraard sterft ze.
Nu hebben we ook nog ballades
Alleen noemen we ze vandaag de dag ballads. Denk maar aan het prachtige lied van Against all Odds van Phil Collins. Het is een rustig, meestal melancholisch nummer met een intiem karakter.
Een ander voorbeeld van de hedendaagse ballade is de powerballad. Een ballad met veel gitaren. Bijvoorbeeld Bon Jovi’s Blaze of Glory (ja ik ben heel erg fan!)
Bron plaat: Johan Vanhecke, Het hoofd werd op de tafel gezet: Heer Halewijn in Vlaanderen en Nederland. Tielt, 2000. Gevonden op literatuurgeschiedenis.nl
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
0 reacties