Het Dictee – Przewalskipaard
Vandaag de een-na-laatste blog in het kader van mijn themaweek over Het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Morgen geef ik jullie (en mezelf) even rust, zodat je alle spellingsregels kunt bestuderen voordat het Dictee begint om 21.30. Natuurlijk doe ik zelf mee. Donderdag geef ik nog een nabeschouwing op het Dictee van 2013 en dan is mijn themaweek echt klaar.
De laatste tijd is er steeds meer kritiek op het Dictee. Het grootste punt van kritiek gaat over het gebruik van de moeilijke woorden. Het zijn woorden die in het dagelijks gebruik nauwelijks voorkomen. En zeg nu zelf: hoe vaak komt de volgende zin heden ten dage nog voor?
De dieren huisden vroeger vaak alleen in zwaar getraliede, minuscule appartementen: een wildebeest, een przewalskipaard, een kasuaris; nu prevaleren groepsvorming en vrijheid boven het aantal soorten, al heeft Artis nog vele apesoorten in zijn collectie.
Het beruchte przewalskipaard kwam al in het eerste Dictee voor
Ja, je leest het goed: al in 1990 zat het przewalskipaard in het Dictee. Daarna zijn de woorden eigenlijk alleen maar ridiculer geworden. Voorbeelden? Doen we:
- cisterciënzerklooster (1996)
- crapaudtje (2000) (schreef ik hem weer fout!)
- mimicry (1994)
- tseetseevlieg (1995)
- konterfeitsels (1998)
- watjekouw (1999)
- precieuze (2002)
- dedaigneuze (2006)
- automatischepiloottoestand (2009)
En herinner je je deze zin nog uit 1998?
We zien bucolische taferelen waarin de protagonisten zich in een idyllisch tête-à-tête neervlijen in een classicistisch prieeltje, rondom omgeven door fluitenkruid en guichelheil; een herder weidt met weidse gebaren zijn schapen, leeuweriken zingen luid hun lied.
Het woord guichelheil was en groot struikelblok. Sommige mensen maakten er zelfs geuchelhaai van.
Het Dictee van morgen is afgelopen zaterdag opgenomen in de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag. Op de site van de NTR worden een paar tipjes van de sluier opgelicht:
Het gaat om spelfouten én taalfouten dit jaar volgens Anneke Neijt. Het gaat dit jaar dus een beetje anders: naast het correct schrijven van de woorden, moeten ook grammaticale fouten onderstreept worden dit jaar. Volgens Neijt is Kees van Kooten een meester in het maken van net-niet-grammaticale zinnen. Ik vermoed dat het gaat om enkelvoud en meervoudsfouten, de zogenaamde fouten tegen de congruentie, evenals fouten in enkelvoud of meervoud bij het gebruik van ‘een groep’. Ik moet nog even bedenken of ik dit wel leuk vind. We zijn in ieder geval gewaarschuwd.
Donderdag zal ik eerlijk mijn fouten laten zien en een nabespreking doen van het Dictee, met mijn mening erover. Ik zou het leuk vinden als je ook meedoet en onder mijn blog in de reacties aangeeft of je meedoet.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Hahaha jij doet me zeker?
Ik vergeet het altijd 😉
Natuurlijk! En ik zal je helpen herinneren 😀