In 4 stappen naar de eerste versie van je boek
Vaak denken beginnende schrijvers dat de eerste versie van je boek gelijk goed moet zijn. Laat me je dan direct uit de nachtmerrie helpen: dat hoeft echt niet. Je mag echt eerst een slechte versie schrijven. De zogenaamde ‘kotsversie’. En gelijk maar even die andere mythe: er is niet zoiets als het geïnspireerde genie dat in een keer zijn boek of tekst goed had. Je bent een schrijver en je weet hoe je moet schrijven en je hebt ideeën. Maar schrijf ze maar eens op! Daarvoor moet je wel even wat kabouters de mond snoeren. (Liever luisteren? Dat doe je hier.)
Dat doe je dus door de eerste versie van je manuscript de kotsversie te noemen. Daarvoor doorloop je vier stappen:
1. Geef jezelf toestemming om een middelmatige versie te schrijven
Het is eigenlijk heel simpel, maar wel heel krachtig. Zeg tegen jezelf:
“Ik geef mezelf toestemming om een heel slechte eerste versie te schrijven.”
Daarmee zet je allerlei eisen die je aan je tekst hebt al direct overboord. Het hoeft echt niet gelijk goed en door dit zinnetje uit te spreken – ja echt, hardop – maak je het voor jezelf makkelijk om je eerste kotsversie te schrijven. Ook mijn eerste versie is absolute bagger. Daar mag ik straks aan schaven, maar dat is wel pas straks. Eerst moet het verhaal op papier komen.
Waarom heet het de kotsversie? Dat is heel simpel. Als je aan het overgeven bent, interesseert het je geen biet hoe je eruit ziet. Je mascara is doorgelopen, je ogen zijn rood en als je niemand hebt die je haar voor je vasthoudt, zitten daar waarschijnlijk ook nog stukjes in. En je kleding zal ook onder zitten. Je bent niet elegant of netjes, het moet er gewoon uit. En dat is precies hetzelfde met je eerste versie: het verhaal moet op papier. Je kotst je eerste versie van je boek dus op papier. Deze versie zal niemand ooit zien, behalve jijzelf en als je eenmaal gepubliceerd bent, dan kun je het misschien zo regelen dat die kotsversie van je debuut postuum voor heel veel geld wordt verkocht, zodat je nabestaanden er nog wat aan hebben.
2. Schrijf je kotsversie zonder te corrigeren
Net als met overgeven, stop je niet om te kijken of de brokjes wel goed geordend liggen in de toiletpot. Dat doe je ook met deze eerste versie: je schrijft door zonder te corrigeren. Schrijf je eerste versie zo snel mogelijk op, get it out of your system. Lees niet terug, corrigeer niet, ga door tot het klaar is. Maak ook echt die belofte aan jezelf en zeg het ook hardop:
“Ik corrigeer deze eerste versie niet totdat het hele verhaal op papier staat.”
Doe je dit wel, dan kan het zomaar twee keer zo lang duren voor je het boek ook echt af hebt.
Dit werkt omdat je jezelf dan niet beoordeelt op hoe slecht het wel niet is en het creëert momentum in het schrijven. Je komt in een soort flow waardoor je makkelijk een flink aantal woorden per dag kunt schrijven. Die mijlpalen kun je ook vieren en dat geeft weer moed voor de volgende schrijfdag. Jezelf niet beoordelen helpt je om die kabouter op je schouder het zwijgen op te leggen. Die kabouter die daar zit en fluistert: “Zie je wel, je kan het niet. Wat een bagger schrijf je eigenlijk op. Dit gaat niemand ooit lezen. Denk je nou echt dat jij een schrijver bent?” Dat mannetje of vrouwtje mag je niet de overhand laten krijgen, want dan gaat er misschien een groot schrijver in jou verloren.
3. Vind je eigen stem
Als je het verhaal eenmaal in grote lijnen hebt uitgedacht, dan raken veel schrijvers geobsedeerd door het vinden van hun ‘eigen schrijfstem’. Dat hebben ze dan ergens gehoord, dat dat moet. “Waar heb je hem voor het laatst gelaten? Heb je al onder de bank gekeken of op je nachtkastje?”
De beste tip die ik je kan geven: doe alsof je tegen een vriend of vriendin praat die je wil helpen met iets wat jij al hebt doorgemaakt als je gaat schrijven. Je haalt de druk van de ketel, het wordt veel vertrouwder. De naamloze massa die je lezers vertegenwoordigt, is alleen maar dat: een naamloze massa. Je weet niet goed wie je moet aanspreken en het helpt als je iemand voor de geest haalt die je iets wil uitleggen, leren of vertellen. Als je op die manier naar je manier van schrijven kijkt, dan heb je je meest natuurlijke stem te pakken en vloeit de tekst als vanzelf uit je toetsenbord. Bij deze tekst heb ik bijvoorbeeld iemand voor ogen die ik op dit moment begeleid bij het schrijven van diens boek. Dan wordt het al weer een stuk natuurlijker.
4. Volg deze 5 tips
- Zet je angsten en vooroordelen aan de kant. Die angsten en vooroordelen kunnen zich uiten in bijvoorbeeld uitstelgedrag of de vraag hoe je je energie voor het schrijven behoudt. Als je uitstelgedrag vertoont, vraag jezelf dan: “Geloof ik in mijn schrijfplan?” Soms is uitstelgedrag een symptoom dat er iets mis is met je schrijfplan. Je behoudt je energie voor het schrijven door veel te doen aan zelfzorg (ga lekker in bad of een stuk wandelen) en houd vast aan je schrijfplanning.
- Schrijf die stukken waar je op dat moment zin in hebt. Een vooroordeel is dat je je boek op volgorde moet schrijven. Niets is minder waar. Je mag het laatste hoofdstuk best ook als eerste schrijven. Probeer dan wel het overzicht te houden door ieder hoofdstuk in een apart document te schrijven en die goed te nummeren of benoemen.
- Er is geen ideale lengte voor je boek. Schrijf het zo kort mogelijk, maar zorg wel dat alles is gezegd wat je moet zeggen. De meeste boeken zitten tussen de 20.000 en 50.000 woorden. Als je rekent met ongeveer 200 woorden per pagina (een boek op A5-formaat), dan zit je tussen de honderd en tweehonderd vijftig pagina’s.
- Tenzij je een managementboek schrijft voor een specifieke doelgroep, gebruik je geen jargon. Houd je tekst toegankelijk voor je lezers.
- Maak de keuze tussen typen en met de hand schrijven. Voor een kotsversie kun je best kiezen voor een handgeschreven eerste versie, tenzij dat echt niet aan jou besteed is. Het voordeel van met de hand schrijven, is dat je niet echt kan corrigeren. Zo kom je ook makkelijker in de flow en kun je je overgeven aan het schrijfproces.
Natuurlijk hoef je niet al deze tips te volgen. Kijk wat bij jou past.
De conclusie van dit verhaal is kort gezegd: maak je niet druk om de eerste versie. Niemand ziet hem, zelfs de redacteur van de uitgever niet. Zorg dat je verhaal op papier komt en ga dan verder kijken wat er nodig om het verhaal beter te maken. Wil je daar zelf begeleiding bij hebben, neem dan contact met mij op.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
0 reacties