Ik ben aan het skaten en kom bij een zebrapad uit. Omdat ik nog wat moeite heb met remmen, kies ik ervoor om op het fietspad verder te gaan en dan later over te steken als er geen auto’s zijn. Er was geen paal waar ik mij aan vast kon klemmen om te stoppen.
Nog voor ik kan oversteken, wordt mijn arm ineens vastgepakt in een ijzeren greep. Langzaam word ik meegevoerd naar de andere kant van de straat en moet ik op een bankje gaan zitten. Voor mij staat een boomlange agent. Op skates. Hij zegt tegen mij dat ik een gevaar op de weg ben en ongeoefend. Ik mag van hem niet verder op mijn skates. Ik protesteer: het enige dat ik nog niet zo goed kan is remmen. Maar voor de rest ben ik best een aardige skater.
Mijn protest is gericht aan dovemansoren. Ik moet ter plaatse mijn skates uitdoen en mijn weg vervolgen op mijn sportsokken. Ook krijg ik een boete van €120,– wegens roekeloos gedrag.
“Maar ik heb echt geoefend.” hoor ik mijzelf zeggen, terwijl ik wakker word in mijn warme, veilige bed.