En toen was het dinsdag weer tijd voor een nieuw onderwerp met betrekking tot de Nederlandse taal. Ik heb al een aantal onderwerpen behandeld: spelling, gedichten, stijlfiguren…
Maar wat zal ik nu behandelen? Argumenteren, zinsontleding en fouten in zinsconstructies, verhaaltheorie of…?
Argumentatietheorie
Iedereen weet dat je goede argumenten moet hebben om een discussie te winnen. Maar hoe moet je dan je betoog opbouwen? Welke argumenten kun je gebruiken? En welke argumentatiefouten kun je maken? Over argumentatievormen en drogredenen.
Of zinsontleding en foutieve zinsconstructies?
Om goede zinnen te schrijven, moet je weten hoe een zin in elkaar zit. Daarvoor moet je een zin kunnen ontleden, evenals hoofdzinnen en bijzinnen. Als je dat kunt, dan kun je ook foutieve zinsconstructies herkennen en snel je eigen teksten verbeteren, mocht er toch een foutje ingeslopen zijn. Over persoonsvorm, onderwerp, gezegde en tangconstructies, tante-Betjes en tante-Doortjes.
Of verhaaltheorie?
Als je literatuur leest, dan heb je vast veel plezier in het lezen van boeken. Maar je zou misschien nog meer plezier kunnen halen uit je boek als je dieper graaft en de tweede laag in je boek gaat herkennen. Zo kun je meer betekenis uit je boek halen. Over thematiek, motto’s, ruimte, tijd en personages.
Of…?
Jouw keuze! Als je nog een ander onderwerp besproken wil zien, dan lees ik dat graag in de reacties.
Dus geef in de reacties aan over welk onderwerp je de komende weken wil lezen, meeste stemmen gelden!
