door Anne | donderdag 28 juni 2018 | WOT
Kapot ~ 1) (vulgair) dood 2) doodmoe: kapot zitten uitgeput zijn 3) onthutst, gebroken: ze was er kapot van 4) stuk; = gebroken: het slot is kapot Alles is kapot. Stuk. Gebroken. Aan diggelen. Niet meer heel. Onbruikbaar. Kaduuk. In scherven. “Maar de stukken...