Logo_InternetbureauDrsPee
WhatsApp
Telefoon

Terug naar Anna – Astrid Habraken – van Esdonk

door | 25 december 2020 | Verhalen | 1 reactie

Verbaasd kijk ik om me heen in de lege woonkamer. Ik zag Nick hier toch net naar binnen gaan? Op tafel zie ik twee dampende koppen thee staan. Naast die stomme, houten adventskalender. ‘Voel je vrij om de laatste deurtjes tot aan Kerstmis te openen!’ stond op het briefje dat de verhuurder voor ons achterliet. Nick stelde voor het eerste deurtje meteen te openen, ook al is het eigenlijk pas voor morgen.

‘Er zitten vast chocolaatjes in, om ons welkom te heten. En laat ik daar nou net zin in hebben. Wacht, ik maak snel thee. Pak jij vast de kaarten, voor een potje jokeren.’

Ik ben nog geen vijf minuten boven geweest om het kaartspel te halen en mijn sloffen aan te doen. En ineens is meneer nergens meer te bekennen. Ik voel de koude rillingen over mijn rug lopen. Is dat van de windvlaag die ik in de kamer voel?

‘Nick, waar ben je? We gingen toch theedrinken? Of heb je stiekem het deurtje al geopend en ben je de chocolade alleen aan het opeten?’

Ik wacht tot ik zijn donkere stem hoor, ergens vanuit het piepkleine huisje op deze prachtige plek, midden in het bos. Toen we besloten alsnog weg te gaan deze kerstvakantie, waren we verbaasd dat het nog te huur was. Misschien was het de afgelegen locatie, of het feit dat er geen WiFi of telefoonontvangst is.

‘Ideaal,’ zei Nick toen ik mijn twijfels uitte over wat we anderhalve week zouden doen zonder Netflix, WhatsApp of Instagram. ‘Dan kunnen we eindelijk die stapel boeken lezen. En heb je gezien hoe prachtig je daar kunt wandelen? Drie tassen boodschappen mee, zes flessen wijn en wij hebben de Kerst van ons leven. Hoeven we ook niet te zoomen ter vervanging van de kerstborrel of het diner.’

Ik had me snel laten overtuigen. Als we kerst niet met familie en vrienden kunnen vieren, dan maar helemaal lekker met z’n tweetjes. Maar nu ik hier sta, in de doodse stilte, zonder mogelijkheid om iemand te bellen, bekruipt me een onrustig gevoel. Wat als er iets gebeurd is, als hij onderaan de trap ligt? Ik loop snel via de woonkamer naar de keuken, dan naar boven, naar de slaapkamer en de badkamer. Binnen twee minuten sta ik weer in de woonkamer; Nick is echt nergens te bekennen.

Terwijl ik een van de mokken thee pak, valt mijn oog op de adventskalender en op iets dat ervoor ligt te glanzen. Als ik beter kijk, zie ik dat het Nicks trouwring is.

‘Hij zal er toch niet vandoor zijn, mij hier achterlatend in de middle of nowhere?’

Ik kijk naar buiten, maar zie hem ook niet bij de auto. Ik schud mijn hoofd en lach mezelf uit. Het is ook een idioot idee dat hij me nu ineens zou verlaten.  En trouwens, zijn jas hangt ook nog aan de kapstok…

Ik vraag me af of er een kelder is, of een ruimte die ik nog niet heb gezien. Ik maak nog een ronde door het huis, maar iets later sta ik opnieuw in de woonkamer. Nog steeds alleen en inmiddels ook wel geïrriteerd.

‘Nick, kom op. Ik weet niet waar je je hebt verstopt, maar dit is echt niet grappig!’

Het blijft stil.

Opnieuw voel ik een vlaagje wind. Gek genoeg lijkt het van de tafel te komen, uit de richting van de adventskalender die erop staat. En terwijl ik er beter naar kijk, lijkt het net alsof een van de deurtjes beweegt. Alsof het klappert in de wind. Ik knipper met mijn ogen, word ik gek? Maar als ik mijn hand richting het deurtje beweeg, voel ik opnieuw de wind en zie ik de deur echt heen en weer gaan. Heel even twijfel ik, maar dan pak ik de knop van het deurtje vast en… heb ik het gevoel alsof ik een draaikolk word ingetrokken.

Nog voor ik kan gaan gillen, sta ik ergens op een totaal andere plek. Ik ben ergens buiten op straat, vol met mensen in winterkleding, die lopen door een straat die prachtig versierd is met lampjes, kerstbomen en kroonluchters. Het is volop kerst hier. Ik ruik glühwein en gebakken worst en realiseer me dat ik op een kerstmarkt sta. Ik schrik als ik mensen elkaar zie omhelzen en zoenen, weten ze niet dat ze anderhalve meter afstand moeten houden? Als ik beter kijk, zie ik ook een podium, met een koor, dat uit volle borst aan het zingen is.

Ik probeer wat dichter bij het kraampje te komen dat vlak voor me staat en waar de houten kerstversiering ligt te pronken. Maar veel meer dan een halve meter naar voren lopen lukt me niet: er is een onzichtbare barrière die me tegenhoudt. Ik bedenk me dat het wel lijkt alsof ik onder een stolp sta. Al het geluid komt gedempt binnen en niemand komt echt dichterbij. Ik kijk nog eens goed rond en realiseer me ineens waar ik sta: op de kerstmarkt in Wenen. Vanochtend had ik het er nog met Nick over, dat we daar vorig jaar onbezorgd rondliepen. Niet met kerst, maar met oudjaarsavond. We waren er op bezoek bij mijn broer en zijn vrouw en hun pasgeboren tweeling. We genoten van de sfeer, de loopwedstrijd op Oudejaarsdag en het ongedwongen buiten zijn op oudjaarsavond.

‘Dag Anna.’

Ik schrik van een stem die van heel dichtbij klinkt. Als ik me omdraai, zie ik een statige, oudere dame voor me staan, in een prachtig gewaad en met iets in haar hand dat verdacht veel lijkt op een toverstaf.

‘Niet schrikken, ik doe je niets.’
‘Ik eh… hoe ben ik hier terecht gekomen? Wie ben jij?’
Ze kijkt me aan en lacht.
‘Wie ik ben? Zie me maar als de kerstfee. Ach en het hoe, wat doet het ertoe? Je bent hier, in een andere versie van Wenen. Een waar geen virus is, waar je gewoon lekker kunt genieten van het buiten zijn, een nieuw jaar kunt starten zonder zorgen.’

Ik huiver. Opnieuw voel ik de koude wind, die lijkt me vanuit het huisje gevolgd te zijn en die dus inderdaad alles te maken had met die adventskalender. De gedachte daaraan maakt me direct achterdochtig en ik ga zo ver mogelijk van de kerstfee afstaan.

‘Zo maar, zonder voorwaarden?’

Het klinkt te mooi om waar te zijn. En als het zo klinkt… De kerstfee knikt bevestigend en wijst naar buiten, richting het podium en het gezang, dat heerlijk zorgeloos klinkt.

Ik draai me om en zie mijn broer en schoonzus bij het podium staan. Ze hebben de tweeling bij zich, wat zijn ze gegroeid in een jaar tijd! Vorig jaar waren ze net zeven weken oud. Mijn hand gaat richting de barrière, wat wil ik graag naar ze toe! Het hele jaar zagen we ze veranderen via filmpjes en videogesprekken. Maar even langsgaan zat er niet in door alle reisbeperkingen.

‘Wat zijn ze al groot hè? En zie je wie er bij ze staan?’
‘Mijn ouders! O en mijn zus en de kinderen, de hele familie lijkt hier te staan.’
De kerstfee knikt. ‘Ja in deze versie van Wenen is iedereen hier. Samen.’
Ik draai me naar haar om. ‘Iedereen? Waar is Nick dan?’
Ze lacht, maar echt vrolijk of gezellig klinkt het niet. En als ik naar haar ogen kijk, zie ik dat die eerder koud staan dan vriendelijk of vrolijk.
‘Dat is het hè, dat is de adder onder het gras. Ik ben hier, maar Nick is er niet.’
‘Misschien wel en misschien ook niet.’

De lach die daarop volgt klinkt meer als die van een heks dan als die van een fee. Ik ril inmiddels, de lucht voelt ijzig aan en de wind begint aan te zwellen.

‘Als hij door hetzelfde deurtje hier is gekomen als jij, dan kun je hem hier vinden. Als je tenminste de juiste plek weet te vinden… De plek waar jullie met nieuwjaar het meest hebben genoten.’

Dat klinkt niet als een ingewikkelde puzzel, dat was bij de ijsbaan bij het stadhuis. Nick en mijn broer sloofden zich uit op het ijs, om indruk te maken op ‘de dames.’ Maar uiteindelijk raakten hun armen in elkaar verstrengeld en dat zorgde voor een komische vertoning, inclusief struikelen en een smakkerd op het ijs. Later die avond zwierden Nick en ik samen op diezelfde ijsbaan rond en warmden we ons daarna aan de kant op met mokken warme chocolademelk.

Dan denk ik goed na over wat de grijze dame eigenlijk gezegd heeft. Met nieuwjaar, maar was het afgelopen nieuwjaar? En was het wel in Wenen, want er zijn zo veel andere plekken waar we met nieuwjaar ooit zijn geweest. Zou het een valstrik zijn? Ziet Nick ditzelfde tafereel, of ziet hij een andere plek, met zijn familie? Of is hij gewoon thuis, met mij op de bank op een van de rustige oudjaarsavond?  Of misschien is hij wel in New York, waar we ook ooit waren met Oudjaar.

‘En als we niet dezelfde plek uitzoeken? Of als hij door een andere deur is gegaan?’
‘Dan blijf je hier alleen. Nou ja alleen, kijk eens naar al die familie die buiten staat. Alleen ben je sowieso niet toch?’

Verlangend kijk ik naar het gezellige groepje, dat nog altijd staat te genieten van het koor op het podium. Wat zou ik ze graag omhelzen en knuffelen. Zeker na alle maanden van afstand houden, ze niet aan mogen raken. Maar de kerstperiode zonder Nick doorbrengen, ook al is het op deze prachtige plek, dat lijkt me ook niet erg gezellig.

Ineens moet ik lachen om deze absurde situatie. De kerstheks kijkt me verbaasd aan.

‘Ja sorry, ik denk ineens aan hoe dit voor Nick moet zijn. Hier, met jou staan in deze stolp. Terwijl hij als kind al niet geloofde in magie en toverkunsten. Of zelfs maar in kaboutertjes.’
‘Wat doet dat ertoe?’
‘Alles.’

Want ineens realiseer ik me dat Nick maar een ding zou doen. Wat het aanbod ook zou zijn, door welk deurtje hij ook is gekomen en welke stad ze hem ook zou tonen, welke mensen daar ook zouden staan te wachten, hij zou maar een ding vragen: hoe kan ik terug naar Anna?

En op het moment dat ik dat denk, zie ik vaag een opening in de stolp ontstaan. Maar de kerstheks geeft het nog niet op.

‘Kijk nog eens goed Anna, naar je familie en naar de gezelligheid. Het ruikt hier zelfs naar Kerst. Weet je zeker dat je dit achter je wil laten? Weet je zeker dat Nick hier niet ergens is? Je kunt vanavond weer in dat Italiaanse restaurant zitten waar jullie vorig jaar zo’n heerlijke avond hadden. De reservering is al gemaakt…’

Verleidelijk. Maar ik twijfel niet meer. Ik hoor Nick zeggen ‘al die fantasie. Geef mij maar de feiten’ en ik verheug me al op hoe hij het verdwijnen in de adventskalender en de verschijning van de fee gaat verklaren.

De opening is inmiddels groter geworden en ik voel opnieuw de wind. Maar dit keer is hij warm en uitnodigend. Zonder nog om te kijken naar het podium stap ik de opening in, vol vertrouwen dat Nick me aan de andere kant in zijn armen zal nemen.

Meer weten of vragen?

Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!

1 Reactie

  1. Linda

    Wat een leuk verhaal. Ik zat er direct helemaal in.

    Antwoord

Trackbacks/Pingbacks

  1. Kerstvakantie - Astrid Habraken - […] En het verhaal? Heb ik er een thriller van gemaakt, of toch wat anders? Dat lees je nu online…

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest