Toch weer teveel gedaan
bron
Gisteren toch weer even teveel gedaan. En #blogpraat en een blog neerzetten is gewoon nog te vermoeiend. Vandaar dat ik vandaag ook even geen taalblog neerzet. Dat kost me echt even teveel energie. Daarom laat ik jullie genieten van een mooi gedicht, om toch een beetje in het taalgebied te blijven. Volgende keer beter.
Dit gedicht is van Willem Elsschot (bekend van het boek Kaas en Lijmen/Het been):
Het Huwelijk
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d’ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.
uit: Verzen van Willem Elsschot (1882-1960)
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Wat ben je een : …….!!!
Rustig aan hoor!
Soepkip? 😉
Prachtig gedicht!