Wolf ~1) Astronoom 2) Cariës 3) Deel van een zadel 4) Dier 5) Draaikolk 6) Duitse astronoom 7) Duitse componist 8) Gereedschap 9) Hondachtig roofdier 10) Hondachtige 11) Iezegrim 12) Izegrim 13) Mannetjeshond 14) Middelgrote hondachtige 15) Nieuwsagentschap 16) Oostenrijkse componist 17) Roofdier 18) Roofdier van het hondengeslacht 19) Sprookjesfiguur 20) Vlegel 21) Vos

Het bos was donker. De bomen stonden dicht bij elkaar en de kruinen lieten geen straaltje zonlicht door. De geldwolf gromde. Als het zonlicht niet scheen, kon hij de munten ook niet zien glanzen. Hij stapelde de geldstukken op en verborg ze in zijn holle kies. Dan moest hij maar naar een ander leger om zijn geld te tellen. De geldwolf was not amused, maar hij liep naar een van zijn legers dichter bij de rand van het bos waar hij door de bomen het bos weer kon zien.
Daar aangekomen, telde de geldwolf zijn munten. Maar wat was dat? Hij miste een munt! Die verdraaide holle kies… Met de nagel van zijn voorpoot peuterde hij in zijn kies, maar hoe hij ook voelde, de munt zat er niet. Waar was die munt gebleven? De wolf pakte zijn gouden iPhone XS Max met 6,5 inch super retina HD display en groothoek- en telelens op de 7 megapixel truedepth camera en belde de werkezel die zijn administratie deed.
“Wie heeft mij nog niet betaald?” gromde de geldwolf door de telefoon.
De werkezel bekeek de administratie en balkte: “Ik denk dat het de sloddervos is geweest.”
Zonder gedag te zeggen, tapte de geldwolf op een toets en zocht daarna in zijn telefoon naar het nummer van de kloothommel.
“Kloothommel, naar de sloddervos, gebruikelijke tarief,” zei de wolf kortaf en hij hing op.
De kloothommel wist dat het de geldwolf was die hem belde. Die was nooit zo van de nette afsluiting. De snotaap.
De kloothommel begaf zich naar het huis van de sloddervos en belde aan. De sloddervos opende de deur en zag de kloothommel staan. Hij begon te trillen. “Wat kan ik voor je doen?”
“De geldwolf krijgt nog munten van je,” zei de kloothommel.
“Maar de geldwolf weet best dat ik geen munten heb op dit moment,” zei de sloddervos. En dus ging de kloothommel onverrichterzake terug naar de geldwolf. De kloothommel was eigenlijk best een aardige kloothommel.

De wolf gromde diep in zijn keel

“Ik zal geld zien en hij zal het betalen. Ik houd hem aan zijn verplichtingen!”
De kloothommel haalde zijn schouders op: “De sloddervos is wel een beetje een schijtlijster hoor. Ik denk dat je hem wel kan intimideren.”
De kloothommel en de geldwolf hadden echter niet door, dat de luistervink op een tak zat mee te luisteren. Zo snel zijn vleugeltjes hem konden dragen, vloog hij naar de sloddervos. “Wees geen huismus,” zei de luistervink, “en vertrek zo snel je kunt! De geldwolf komt zijn munten halen!”
“Waar moet ik naar toe?” vroeg de sloddervos.
De luistervink wist het ook niet. Maar toen kreeg hij een goed idee: “Ga naar de kamerolifant, hij verbergt je wel!”

Zo gezegd, zo gedaan

De sloddervos verstopte zich bij de kamerolifant. De geldwolf zocht zich een slag in de rondte. Hij vroeg het aan de mafkikker, hij vroeg het aan de landrot en hij klampte de klavierleeuw aan. Maar geen van deze heren had de sloddervos gezien. De luistervink was inmiddels op trektocht naar het warme zuiden om te overwinteren en was buiten het bereik van de geldwolf. De kloothommel, de snotaap en de belhamel doorzochten het hele bos, maar konden de sloddervos ook niet vinden.
Toen de sloddervos zijn vaste lasten en de belastingdienst had betaald, kwam hij uit zijn schuilplaats tevoorschijn. Hij bedankte de kamerolifant uitvoerig voor zijn geduld en daarna sloop de sloddervos naar de wolf. “Hier heb je mijn laatste muntje,” zei de vos, de hete tranen stonden in zijn ogen en zijn bril besloeg ervan.
De geldwolf keek de sloddervos aan, graaide het muntje uit het trillende pootje en draaide zich om. Zonder coulance, zonder enig berouw liet hij de berooide sloddervos aan zijn lot over.
WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verzin ik een woord waar je over mee kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment dat je wil instappen. Oorspronkelijk begon Karin Ramaker met de WOT. Na wat omzwervingen via Irene en Hendrik-Jan, kwam de WOT uiteindelijk bij mij terecht. Ik schrijf de WOT nu sinds 2014. Hier vind je alle WOT’s vanaf 2014.
Foto door Jeroen Bosch via Unsplash