Prietpraat ~ 1) Gebeuzel 2) Gejeuzel van een kind 3) Geklets 4) Geneuzel 5) Kletspraat 6) Onbenullig gepraat 7) Onnozel geklets 8) Onzin 9) Zinloos geklets 10) Zinloos gepraat 11) Zinloze praat
Soms vind ik het heerlijk om een praatje pot te maken met vrienden. Gewoon een beetje kletsen, zonder dieper doel, zonder diep filosofisch te worden of psychologie van de koude grond toe te passen op mijn diepste zielenroerselen. Kortom, gewoon een mooi weerpraatje of wat geklets over niets en van alles. Het is gewoon ontspannend zelfs. Ook al is het onnozel geklets.
De herkomst van prietpraat
In het Woordenboek der Nederlandsche Taal is het woord in 1896 opgenomen, maar er is een oudere versie van het woord: pritjes praetjes. Dit komt voor sinds 1841 en wordt met een paar moeilijke woorden verklaard: reduplicerend ablautend bij praat. Reduplicatie is een ‘morfofonologisch proces’ waarbij de stam van een woord wordt herhaald. En morfofonologisch betekent dan weer dat het te maken heeft met de leer van de woordvorming (hoe maken we een woord) en de klankleer (hoe spreken we iets uit). Ablautend wil zeggen: van klinker wisselend.
Je ziet dat pritjes en praetjes op elkaar lijken. Dat is het morfofonologische gedeelte van dit verhaal. De [i]-klank zoals in [kip] verandert naar een [aa]-klank zoals in [kaap]. Dit is het ablautende gedeelte.
Ik vind het leuk om zo’n woord te analyseren, maar ik ben dan ook een beetje een taalnerd. Voor de rest is het gewoon lekker om wat prietpraat te doen. Ben jij ook van de prietpraat, het weerpraatje en de zinloze onzin praatjes? Of ga je liever de diepte in en moet je er helemaal niets van hebben? Ik lees het graag!
Oorspronkelijk begon Karin Ramaker met de WOT. Na wat omzwervingen via Irene en Hendrik-Jan, kwam de WOT uiteindelijk bij mij terecht. Ik schrijf de WOT nu sinds 2014. Hier vind je alle WOT’s vanaf 2014.
