Ze vlucht en rent en kijkt niet om
Ze gaat de zon achterna
Met een been over een reling
Hangt ze tussen leven en lef
En ze vlucht en rent en gluurt
Het leven haat haar, slaat haar,
Lieft haar, blieft haar
Vrolijk in haar buitenzijn
Maar ze vlucht en rent en kijkt eens om
De klap die komen gaat
Haalt haar nog niet in
Dus vrolijkt ze verder
Maar ze vlucht nog steeds
De klap verlamt haar
Kleint haar, roept haar
Maar ze gaat en rent
Ze vlucht en kijkt
Maar de klap haalt haar
nog niet in
