Argumenten zijn de bouwstenen van een betoog. Zonder argumenten kun je niemand overtuigen van je mening. Als je goed wil leren argumenteren, zul je je aan bepaalde regels moeten houden. Die ga ik in de komende blogs verder uitwerken.

wordle.net

Een argumentatie bestaat uit een standpunt en een of meerdere argumenten

Ik gebruik overigens de woorden standpunt, stelling en mening door elkaar. Het gaat uiteindelijk om hetzelfde: jouw idee over een onderwerp. Die stelling probeer je in bijvoorbeeld een betoog aan je tegenstander duidelijk te maken door middel van argumenten. Die argumenten moeten natuurlijk wel sterk zijn, anders kunnen ze zo weerlegd worden door een tegenargument.

Kind: Ik wil niet fietsen want het regent, kun je me met de auto brengen?
Ouder: Je trekt maar een regenpak aan

Het argument van het kind wordt weerlegd door de ouder: het is dus niet sterk genoeg. Het zou sterker zijn als het kind bijvoorbeeld een subargument zou gebruiken:

Ik wil niet fietsen want het regent, kun je me met de auto brengen? Anders word ik nog ziek

Je ziet dat het nu moeilijker wordt voor de ouder om te reageren, want wie wil nu dat zijn kind ziek wordt? De kans is groot dat de ouder overstag gaat en het kind met de auto wegbrengt.

Vaak kom je in een argumentatie nog een verzwegen argument tegen

Zo’n verzwegen argument is een argument dat wel aanwezig is, maar dat niet hardop wordt uitgesproken.

Ali is moslim dus hij drinkt niet

Het verzwegen argument hier is dat moslims geen alcohol mogen. Als je moeite hebt met een verzwegen argument, dan helpt het misschien om te bedenken dat verzwegen argumenten hetzelfde zijn als vooronderstellingen.

Bram heeft een grote neus. Hij is vast joods.

De vooronderstelling is hier dat alle joodse mensen een grote neus hebben. De bekendste hiervan is het logische rijtje van Aristoteles die de eerste logische redeneringstheorie bedacht (het syllogisme).

Alle mensen zijn sterfelijk
Socrates is een mens
Socrates is sterfelijk

Andersom werkt deze redenatie niet. Socrates is sterfelijk, dus Socrates is een mens. Honden zijn ook sterfelijk, maar Socrates is geen hond, tenminste, niet de Socrates die ik bedoel.

Argumenten kunnen objectief en subjectief zijn

Argumenten die objectief zijn, zijn feiten, wetenschappelijke gegevens en algemeen geldende waardeoordelen. Dit zijn sterke argumenten, want ze zijn te controleren.

Subjectieve argumenten zijn geloof, vermoedens, persoonlijke indrukken, voorspellingen, emoties en gevoel, niet algemeen aanvaarde waardeoordelen. Dit zijn dus zwakke argumenten.

Terzijde: in mijn 4 Havo klas van vorig jaar op een school met de Bijbel had ik veel moeite om uit te leggen dat geloof geen sterk argument was. Uiteindelijk kwam het erop neer dat ik de klas ervan kon overtuigen dat geloof geen sterk argument is, omdat niet iedereen gelooft en daarom zijn argumenten die zich beroepen op een geloof niet geldig voor iedereen. Het werd aanvaard.

Waar moet je op letten bij het maken van een argumentatie?

• Formuleer je standpunt;
• Bekijk de argumenten die het standpunt ondersteunen: hoeveel heb je er en welke zijn het?
• Beoordeel de sterkte van je argumentatie: zijn ze sterk of zwak?
• Bekijk de subargumenten: bij welk argument horen ze? meer hierover volgende week
• Bekijk je tegenargumenten: welke zijn het en heb je een goede weerlegging gegeven?
• Beoordeel je verzwegen argument bij twijfelachtige argumenten. Klopt het wel wat je zegt?

Bij de serie argumentatie volgt aan het einde weer een document met alle informatie over de argumentatietheorie in het kort. Stay tuned! 😉