Argumentatie: de structuur
Vorige week heb ik de basis van argumentatietheorie beschreven. De zaken die je nodig hebt om een argument te kunnen beoordelen en wat voor soort argumenten er zijn heb ik toen ook aangegeven.
Omdat je argumenten niet zomaar dwars door elkaar kunt gooien in een betoog – het kan natuurlijk wel, maar je overtuigt niemand – zijn er een structuren bedacht. Je kunt de structuren onderverdelen in twee hoofdsoorten: enkelvoudige en meervoudige argumentatie. De meervoudige argumentatie is weer onder te verdelen in nevenschikkende en onderschikkende argumentatie.
De enkelvoudige en meervoudige structuur
In een enkelvoudige argumentatiestructuur hebben we te maken met de meest simpele vorm van argumenteren, namelijk standpunt – argument. Er is dus maar één argument dat het standpunt ondersteund.
“De danceparty kan niet doorgaan, omdat er niet genoeg politie kan worden ingezet,” zei de burgemeester.
Hier zie je dat het standpunt wordt gevolgd door één argument. Ieder standpunt dat maar één argument heeft, noemen we een enkelvoudige argumentatie.
Een meervoudige structuur is dus een standpunt dat door meer argumenten wordt ondersteund. Dat kan dan weer op twee manieren: nevenschikkend en onderschikkend.
Bij een nevenschikkende argumentatie wordt een mening ondersteund door minimaal twee argumenten. We blijven even bij diezelfde strenge, betuttelende burgemeester:
De danceparty kan niet doorgaan, omdat er niet genoeg politie kan worden ingezet en omdat zo’n feest een gevaar is voor de gezondheid.
Nu staan er twee argumenten: die van de politie en die van de gezondheid. Als je deze burgemeester zou willen aanvallen op zijn standpunt, zou je het zwakste argument moeten pakken. En dat is hier dat argument van de gezondheid.
Deze debatterende burgervader moet het tweede argument nog een beetje extra ondersteunen. Dat doet hij zo:
De danceparty kan niet doorgaan, omdat er niet genoeg politie kan worden ingezet en omdat zo’n feest een gevaar is voor de gezondheid, want in de afgelopen maand zijn er al 30 doden gevallen door overdoses xtc en ghb.
Deze burgemeester kan best wel overdrijven, maar hij maakt zijn tweede argument nu wel sterker door de ondersteuning van dat derde argument. Dat noemen we onderschikkende argumentatie.
Als we nu kijken naar de volledige structuur van deze argumentatie, dan hebben we te maken met een meervoudig nevenschikkende en onderschikkende argumentatie.
Als ik deze argumentatie in een schema zou zetten, dan krijgen we het volgende systeempje:
Waarom is dat derde argument nu onderschikkend?
Dat komt omdat het derde argument op zichzelf geen argument is dat dat het standpunt kan ondersteunen. Maar in combinatie met het gevaar voor de gezondheid is dit voldoende om het argument nog sterker te maken.
Een oefeningetje
Kijk eens of je de argumentatie herkent. Volgende week zal ik het antwoord geven.
Fietsers zijn vaak de dupe bij stoplichten. Auto’s krijgen langer groen licht; zolang er auto’s over het signaal rijden, blijft het licht op groen staan.
Laat je reactie achter en controleer volgende week of je gelijk had :).
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Aha, weer een stel wetenswaardigheden om op de voet te volgen 🙂