Ergens in de verre toekomst – deel 1
Mala zucht eens diep. Het is al na de avondklok en er loopt niemand meer op straat. De angst voor de Andrones zit er goed in. Sinds de laatste uitbraak heeft het Tribunaal een decreet laten uitgaan: niemand mag naar buiten na zes uur ‘s avonds en contact is verboden.
Contact tussen man en vrouw is alleen toegestaan om kinderen te krijgen en dan alleen onder strikte supervisie. Mala zucht nog eens diep en kijkt haar kleine appartement rond. Ze heeft geprobeerd om het zo knus mogelijk te maken. Als ze hier de hele avond moet zitten, dan kan het maar beter een beetje gezellig zijn.
Mala staat op en kijkt naar buiten. Het gebouw aan de overkant geeft haar geen plezier. Het is een grijze blokkendoos met witverlichte vierkante ramen, net als haar eigen flat. Alle huizen zijn uitgerust met tl-buizen: schemerlicht nodigt namelijk uit tot ongeoorloofd contact. Aldus het Tribunaal.
Mala haat het Tribunaal, maar alleen daaraan denken kan haar al fataal worden. Een eeuw of zo geleden was er een onbekend virus dat iedereen infecteerde. De regeringen, dokters en universiteiten stonden voor een raadsel. De farmaceutische industrie verdiende goud geld met remedies die kant noch wal raakten.
En toen kwam de grote Drift. De verschillende volken verlieten hun landen op zoek naar genezing of veiligheid. En juist door die volksverhuizing verspreidde het virus zich sneller en sneller. De doden lagen voor de gesloten grenzen van Europa, dat toen nog pretendeerde één te zijn, en stapelden zich op omdat niemand ze durfde weg te halen.
Terwijl de mensen werden buitengesloten, konden de ratten en hun vlooien wel naar binnen en ook de vleermuizen werden niet tegengehouden door gesloten grenzen. Zelfs de wind droeg bij aan de verspreiding.
Er brak paniek uit en de ene cultuur kwam in botsing met de andere. Landen sloten hun grenzen waar ze eerst open waren en nadat men merkte dat het virus niet werd tegengehouden, sloten de steden hun figuurlijke poorten en familieleden vluchtten het huis uit als er een van hen ziek werd, de geïnfecteerde aan zijn lot overlatend.
Temidden van al die chaos en paniek stond er plotseling een nieuwe macht op: het Tribunaal. Deze machtige mannen, Mala ging er voor het gemak maar even vanuit dat het mannen waren, herstelden de orde met harde hand. Het leed was niet te overzien: de wereldbevolking was gedecimeerd en op de puinhopen van de oude beschaving installeerde het Tribunaal een nieuwe beschaving. Pas toen de rook was opgetrokken, zagen de mensen wat er was gebeurd. Paneuropa was een dictatuur geworden.
“En wat voor een beschaving?” Mala had deze tirade al zeker honderd keer tegen zichzelf afgestoken. Ze eindigde altijd met deze vraag: “Wat voor een beschaving?”
Ze zou zo graag eens weten wie er in het Tribunaal zaten. Het enige dat ze wist, was dat het ergens in de nieuwe hoofdstad van Paneuropa moest zijn. Vroeger heette die stad Rotterdam en lag het in wat nu de provincie Nederland was. Nu heette de stad anders. Dit was verboden kennis. Mala hoorde dit eigenlijk niet te weten, maar omdat ze in de bibliotheek oude cd’s in de computer moest inlezen, wist ze er vanaf. Ze moest wel heel voorzichtig zijn met de kennis. Als iemand er lucht van zou krijgen, zou ze onmiddellijk voor de Andrones gebracht worden. En dan…
Als het vergrijp erg genoeg was, kwam ze dan voor het Tribunaal? Ze had het wel eens gehoord. Mala leunde met haar handen op de vensterbank. Het was niet echt slim om zo lang voor het raam te blijven staan, maar iets had Mala’s aandacht getrokken. Of was het iemand? Mala tuurde.door het raam naar buiten. Was daar iemand? Als de Andrones hem te pakken kregen…
Word vervolgd…
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
0 reacties