Logo_InternetbureauDrsPee
WhatsApp
Telefoon

Ergens in de verre toekomst… – deel 3

door | 23 maart 2020 | Verhalen | 0 Reacties

Een echte challenge deze laatste #50books vraag: schrijf een brief aan een hoofdpersoon

Mala veegde haar blonde lokken van haar voorhoofd. Haar hand trilde licht. “Wat ben ik aan het doen?” vroeg ze zich hardop af. De Andrones zouden binnen no time doorhebben dat zij niet alleen was in het appartement, als ze langskwamen. Het Tribunaal had alles in de gaten! “Alle goden, wat ben ik aan het doen?”
“Het juiste,” zei de vreemdeling achter haar.

Abrupt draaide Mala zich om, waardoor ze even wankelde. Voor ze het wist voelde ze een hand op haar schouder die haar overeind hield. Onmiddellijk deed ze een stap achteruit, waardoor haar schouder loskwam. “Anderhalve meter!” flitste door haar heen. Ze moest afstand houden. Ze zag de donkere wenkbrauwen van de vreemdeling omhoog schieten en verdwijnen onder de krullen. “Je moet afstand houden,” zei Mala, “je mag me niet aanraken!”
De man liet zijn arm zakken en deed een stap achteruit. “Wat is dat nou voor raars?” vroeg hij. Mala legde hem uit wat er aan de hand was. Hoe verder Mala kwam in het verhaal, hoe groter de ogen van de vreemdeling werden en hoe verder zijn mond open zakte. Aan het einde van het verhaal, klapte hij zijn mond dicht, alsof hij zich had gerealiseerd dat hij openhing. Mala zag zijn adamsappel op en neer gaan. Hij slikte, leek een paar keer iets te willen zeggen, maar er kwam niets.
“Ik ben Mala,” zei Mala een beetje onhandig.
“Talyessin. Zeg maar Tal,” zei Talyessin toen hij zag dat Mala aan het worstelen was met de naam.
Tal sloeg zijn benen over elkaar en Mala vroeg zich af wat ze nu moest doen. Er was nooit bezoek. Van haar overgrootmoeder had ze ooit gelezen dat je je bezoek koffie aanbood, maar ze had geen koffie. “Wil je een glas water?” vroeg ze daarom maar. Tal knikte.
Toen ze terug kwam uit de keuken, stond Tal te kijken naar de foto’s die op de kast stonden. Foto’s van haar moeder, grootmoeder en overgrootmoeder. “Ik heb mijn overgrootmoeder nooit gekend, maar ze was een wijze vrouw, net als haar zus.” Mala aarzelde even. “Mijn overgroottante heeft een soort dagboek bijgehouden van de tijd dat het virus net uitbrak. Ik heb haar dagboeken hier. Ik durfde ze alleen nooit te lezen.” Tal knikte: “Laten we ze erbij pakken.”
Mala zette het glas neer en liep naar haar slaapkamer. Ze rommelde even in haar kast en uit een kistje haalde ze de kostbare boekjes die de grote boekverbrandingen van het Tribunaal hadden doorstaan. Even legde ze haar hand op de kaft van het bovenste boekje. Het was een rode leren kaft met allerlei vreemde versieringen erop. De blaadjes waren een beetje gebobbeld en vergeeld en ze kraakten toen Mala haar hand op het boekje legde en met haar vingers over de kaft streek. Plotseling hoorde ze gehoest en geproest uit de kleine woonkamer komen. Mala vloog haar slaapkamer uit en liep het kleine kamertje in dat dienst deed als woonkamer. Tal stond met zijn hand voor zijn mond en het water droop onder zijn hand van zijn kin op de vloer. “Noemen jullie dit water?” proestte hij. “Het lijkt wel uit slootwater!”
Mala keek hem aan: “Jullie? Zijn er meer zoals jij? Hoe bedoel je dat het geen water is? Dit is wat er is overgebleven na de grote infectie.” Tal streek met zijn hand over zijn hoofd en door zijn donkere krullen. “Laten we eerst maar eens lezen wat je overgroottante te vertellen heeft, daarna zal ik mijn verhaal vertellen.”
Mala knikte. Ze begreep zijn logica. Ze legde de boekjes op tafel en nodigde Tal uit om naast haar te komen zitten. Het voelde al bijna vertrouwd. Ze opende het eerste boekje en las:
“De maatregelen worden steeds strenger. We mogen bijna niks meer: niet meer op bezoek bij elkaar, niet meer op straat tussen 6 uur ‘s avonds en 8 uur ‘s morgens en niet meer wandelen in park of bos of op het strand. De mensen zijn doodsbang, voor het virus en voor het mysterieuze Tribunaal. Niemand heeft ze ooit gezien en niemand weet wie erin zit.
Mala bladerde verder naar een maand later.
“Mijn zus en haar man mogen ook niet meer bij elkaar zijn. De kinderen zijn weggehaald en wonen op kamertjes in een tehuis. Wat er daarna gebeurt met ze, is onbekend. We horen verhalen van kinderen die herverdeeld worden onder kinderloze echtparen. Overal één kind. Een-kind-politiek. Dat was vroeger in China, nu is het hier. Mijn zus is er kapot van en ze kan ook geen troost vinden bij haar man of bij mij. We mogen niet meer op bezoek bij elkaar. Het virus grijpt om zich heen. Er heerst hoestschaamte en niesschaamte. Niemand durft zich nog te verroeren. Als je aangemerkt bent als vitaal, mag je werken. Als je niet vitaal bent, zit je thuis te wachten tot een vitale medewerker wegvalt, zodat je kunt werken.”
De tranen liepen over Mala’s gezicht. Tal bladerde verder en las:
“Er zijn veel complottheorieën. Sommige mensen denken dat het virus in Rusland is gemaakt om wereldheerschappij te krijgen. Anderen denken dat China de wereldmacht wilde grijpen en dat zij het virus hebben losgelaten. De eerste patiënt zou vleermuis-soep hebben gegeten die besmet was met het virus, Andere mensen vonden dat het nieuw aan te leggen 5G-netwerk het virus via de lucht had overgedragen naar de mensen via geheime microgolven. Totale onzin? Ik weet het niet. Er gingen zoveel verhalen rond, dat het niet meer te achterhalen was. Dat noemen ze nu ook fake news, nep-nieuws. Het virus is gemaakt door mensen. Het virus komt van dieren en wordt op ons overgedragen. Het komt uit China. Het komt uit Rusland. Amerika heeft opdracht gegeven. Het is onder controle. Het virus is onbeheersbaar. We moeten in quarantaine. De landen om ons heen sluiten de grenzen. Het nieuws buitelt zo snel over elkaar heen, dat de ene waarheid de andere leugen inhaalt. Er is geen touw meer aan vast te knopen en als je probeert de waarheid te achterhalen, word je opgepakt en weggevoerd.”
“Hier,” zei Tal, “dit stukje gaat over het Tribunaal.” Mala veegde haar tranen weg en zij en Tal bogen zich over de pagina die hij aanwees.
“De grenzen zijn dicht. Europa bestaat niet meer. De hoofdstad is verplaatst naar Rotterdam en Europa heet tegenwoordig Paneuropa. Er is een regering die de democratie heeft opgeschort. Het parlement heeft geen controlefunctie meer omdat de noodtoestand is uitgeroepen. De regering wil geen regering meer genoemd worden maar Tribunaal. Wie er in zitten, was wel bekend, maar daarna wisselde ook daar de samenstelling zo snel, dat de namen door elkaar heen liepen. We hebben nu geen idee meer. De journalistiek is afhankelijk geworden van het Tribunaal. Ze vertellen wat ze is voorgeschreven op de staatstelevisie. Er was ooit een onafhankelijk platform voor journalisten die geldstromen volgde en een die op internet allerlei zaken uitzocht, maar van die mensen is niets meer vernomen. Overigens is iedereen afgesneden van het internet. Alleen als je vitaal bent, mag je internet gebruiken, maar alleen in een gecontroleerde omgeving. Social media is verboden.”
Mala en Tal keken elkaar aan. Dit was verschrikkelijk! Mala’s overgroottante had een situatie geschetst in een paar zinnen die doodeng was. Valse informatie, complotten, geen democratie meer. Mala voelde tijdens het lezen de kleur uit haar gezicht wegtrekken. Ze was in shock.
Tal keek haar aan. Ze zag lijkbleek en er hing nog een traan aan haar lange wimpers. Ineens realiseerde hij zich, dat Mala van niets wist. Dit was allemaal nieuw voor haar. Hij besloot dat hij haar moest inlichten over zijn wereld. De wereld die bestond buiten de grenzen van Paneuropa.

Meer weten of vragen?

Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest