Leestekens – tekens om te lezen
Leestekens eigen creatie
Na de werkwoordspelling, samenstellingen en koppeltekens en trema’s is het tijd voor een ander onderdeel van de zin: leestekens. Deze tekens maken het lezen over het algemeen aangenamer en het is dus handig om deze in je teksten aan te brengen. Sommige tekens moet je, net als met drank, met mate gebruiken, anders wordt je tekst onleesbaar, rommelig en onoverzichtelijk.
Leestekens kunnen zinsverdelers zijn
De grootste zinverdelers zijn de punt, de komma, het vraagteken, het uitroepteken en de puntkomma.
De punt zet je alleen aan het einde van de zin. Net als het vraagteken en het uitroepteken. Voor het vraagteken en het uitroepteken geldt wel dat je hem maximaal één keer mag gebruiken aan het einde van de zin. Anders gaat de kracht eraf. Een soort van cola met de dop eraf. Simpel toch?
De komma zet je vooral tussen twee persoonsvormen om aan te geven dat de zin daar splitst. Dit valt vaak samen met de splitsing tussen een hoofd- en een bijzin.
Omdat een komma een zinsverdeler is, komt dit leesteken vaak tussen twee persoonsvormen te staan.
In dit voorbeeld zie je een komma tussen is en komt. De persoonsvorm is hoort bij de bijzin, de persoonsvorm komt hoort bij de hoofdzin. Als je deze zin omdraait, dan komt de komma tussen staan en omdat.
Dit leesteken komt vaak tussen twee persoonsvormen te staan, omdat een komma een zinsverdeler is.
Daarnaast zie je komma’s vaak geplaatst worden om het ritme van de zin aan te geven, zodat je weet wanneer je een pauze kunt houden in een speech, bijvoorbeeld.
Komma’s gebruik je ook om uitbreidende (1) en beperkende (2) bijvoeglijke bijzinnen te onderscheiden en bij het gebruik van bijstellingen (3).
- De jongens, die te laat kwamen, moesten nablijven.
- De jongens die te laat kwamen, moesten nablijven.
- De jongens, die te laat in de les kwamen, moesten nablijven.
In de eerste zin moeten alle jongens nablijven. In de tweede zin alleen de jongens die te laat kwamen. In de derde zin hebben we te maken met een aantal jongens dat moet nablijven en die kwamen óók nog eens te laat in de les. Een subtiel verschil, maar desalniettemin een verschil.
Verder kun je de komma gebruiken na een aanroep (1) en tussen de delen van een opsomming (2), waarbij de delen uit één woord bestaan.
- Alex, hoe is het met je?
- Sanne kocht pumps, laarzen, blouses, bolero’s en rokken.
De puntkomma is een tussenvorm tussen de komma en de punt. Een soort van twijfelkomma of een twijfelpunt afhankelijk van je standpunt/komma. De puntkomma wordt gebruikt als twee zinnen een nauwe verwantschap met elkaar hebben, maar niet nauw genoeg voor een komma.
Lianne gaat niet naar school; zij is ziek.
Ook wordt de puntkomma gebruikt in opsommingen, wanneer de delen van de opsomming langer zijn dan een paar woorden of bestaan uit zinnetjes.
Nadruk leggen kun je ook met leestekens doen
Denk hierbij aan enkele aanhalingstekens die nadruk leggen op een woord of bijvoorbeeld ironie aangeven.
Ik denk dat dit een van mijn ‘kortere’ blogposts wordt.
Als je een citaat in een citaat gebruikt, ook dan gebruik je enkele aanhalingstekens.
Hij zei: “Ze zei het volgende: ‘Ik ga niet liegen’.”
Een andere manier om nadruk te leggen op een stukje tekst in een zin is het gebruik van aandachtstreepjes. Gebruik deze spaarzaam, anders wordt je tekst rommelig en onduidelijk.
Ik vond – en dat meende ik echt – dat het zo niet langer kon.
Om beide aandachtstreepjes staat een spatie. Die hoort erbij, anders zou je de streepjes kunnen verwarren met koppeltekens en dat is niet de bedoeling.
Met leestekens kun je ook laten zien wie iets zegt
Dat doe je met dubbele aanhalingstekens en een dubbele punt. Let vooral op hoe je de zin opbouwt. Er zijn verschillen in het afsluitingsteken.
- Hij zei: “Ze is niet thuis.”
- “Ze is niet thuis”, zei hij.
- “Ze is”, zei hij, “niet thuis.”
In zin één staat een dubbele punt en het afsluitingsteken na de punt. In zin twee staat er geen komma na thuis omdat de zin in zijn geheel nog een stukje doorloopt. De komma staat daar achter het afsluitingsteken. In zin drie is het nog een stukje lastiger. Let hier vooral op de plaatsing van de komma’s.
Informatie onbelangrijk maken doe je met haakjes
Soms wil je informatie toevoegen die eigenlijk niet zo belangrijk is, maar die je toch wil delen. Dan zet je die informatie tussen haakjes.
Den Hoorn (Zuid-Holland) is niet het vakantieoord op Texel.
Let op dat je ook hier weer spaarzaam gebruik maakt van de haakjes om je tekst rustig en leesbaar te houden.
Omdat dit best veel informatie is, heb ik het weer korter opgeschreven in een pdf die je gratis kunt downloaden. Het enige dat ik weer van je vraag is een tweet van mijn artikel met mijn twitternaam (@drspee) erbij.
leestekens
Succes!!!
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Hoe lees je leestekens? http://t.co/JVvpG3rQUk
Interessante blogpost!
Die puntkomma vind ik een lastige.
“als twee zinnen een nauwe verwantschap met elkaar hebben, maar niet nauw genoeg voor een komma.” is in mijn ogen een wel erg vage definitie. Zowel voor de lezer als voor de schrijver denk ik. Hoe bepaal je nou of de verwantschap tussen 2 zinnen al dan niet klein genoeg is voor het gebruik van een komma, dan wel een puntkomma?
Is die puntkomma in je voorbeeldzin niet perfect te vervangen door een punt?
Het lijkt me toch vooral een kwestie van persoonlijk aanvoelen. Enfin, het moge duidelijk zijn dat ik de puntkomma zelden gebruik…
Ja in mijn zin kan makkelijk een punt staan, evenals een komma. Maar een puntkomma kan net zo goed. Zelfs de dubbele punt is mogelijk!
Renkema geeft aan dat het een ritmekwestie is, een hoorbaar verschil eigenlijk. Hij geeft het volgende voorbeeld:
Wanneer meer dan zes tabletten worden ingenomen (1) kan dat de lever ernstig beschadigen (2) bewusteloosheid treedt niet op (3) toch dient onmiddellijk medische hulp te worden ingeroepen.
Bij 1 is een korte rust hoorbaar, daar zet je dus een komma. Bij 2 een lange rust, daar kun je een punt neerzetten, Bij 3 zit een rust die tussen 1 en 2 inzit, daar zet je dan een puntkomma.
Het is ook niet mijn favoriete leesteken. 🙂
Vooral het stuk over de dubbele punt-aanhalingstekens, aanhalingstekens-komma vond ik erg interessant. Die geven mij nogal eens twijfels.
Die is ook wel erg lastig. Ik moet zelf ook heel hard nadenken over hoe het ook al weer zat 🙂
Ik heb trouwens een voorstel voor een nieuw onderwerp, alinea’s. Ik worstel daar altijd mee. Ik doe het vooral op gevoel omdat ik me de regels en richtlijnen niet meer herinner (behalve dan, nieuw onderwerp- nieuwe alinea)
Ik zet hem op de planning erbij. Dank je wel voor je suggestie! Leuk dat je meedenkt 🙂