Luciferhoutjes en plakband
Ik zit in de auto. Het is ‘s morgens vroeg en ik ben op weg naar mijn werk. De zon is al op en omdat ik van west naar oost rijd, schijnt deze op mijn voorruit. Het wordt behaaglijk warm in de auto. Het zoemen van de motor, de wind die langs de auto stroomt, de zon op de voorruit en de warmte in de auto maken me een beetje soezerig. Ik voel hoe mijn oogleden zwaar worden.
Ik schud mijn hoofd en zet de radio harder. De warmte blijft hangen en ik zet de airco ook kouder. Keihard zing ik mee in de auto. Dan begint de DJ weer te babbelen over iets onzinnigs en mijn ogen vallen weer dicht. Mijn oogleden zijn zo zwaar dat ik moeite heb om ze open te houden.
Het harder zetten van de radio heeft eventjes geholpen, maar het is niet genoeg. Ik zet de airco helemaal koud, doe mijn zonnebril op en doe de zonneklep van mijn auto naar beneden zodat ik niet tegen de zon in hoef te kijken. Ik geeuw hartgrondig, mijn ogen vallen weer dicht. Ik begin tegen de Radio DJ te praten. Het moet er gek uitzien voor de andere automobilisten.
Mijn ogen blijven echter dichtvallen en ik kan er niets meer tegen doen. Ik ga wanhopig op zoek naar luciferhoutjes en plakband om mijn oogleden vast te plakken. Helaas liggen die niet in mijn auto. Ik blijf vechten tegen de slaap, maar de slaap begint het gevecht te winnen. Dat kan niet want ik ben nog steeds aan het rijden. En slapen in een rijdende auto is niet zo handig heb ik begrepen. Zeker niet als je 120 km/u rijdt.
Bijna ben ik op de plaats van bestemming. De auto maakt een rare zwieper. Ik schrik op van een toeterende vrachtwagen. Snel stuur ik mezelf op de juiste baan. Dit moet niet langer duren. Willekeurig zing ik liedjes mee met de radio. Als er een DJ begint te kletsen, schakel ik over naar een andere zender en zing weer mee. Ik rijd nu richting het zuiden. De zon staat nu aan mijn kant op de auto. Dat maakt alles nog warmer. Mijn oogleden willen weer dichtvallen.
Ik ben op de stadsgrens gekomen. Er is een brede laan met in het midden een berm met bomen en hoog gras. De zon schijnt weer volop door de voorruit. Mijn kin zakt op mijn borst…
Boem. Hobbel hobbel hobbel.
De schok maakt dat ik mijn kin van mijn borst haal en nog net voor een aansnellende boom weer op de weg terugkom.
Ik zet de auto langs de kant, maak mijn gordel los en doe de deuren op het slot. Ik leg mijn hoofd op de hoofdsteun. Binnen drie minuten slaap ik.
Twee uur later word ik wakker. De zon staat hoog aan de hemel. Ik ben veel te laat voor mijn werk. Ik start de auto en rijd naar mijn bestemming. Ik heb het gevecht tegen de slaap verloren, maar mijn bestemming is bereikt. Slaap 1 – Drspee 0.
Dit verhaal is geschreven als resultaat van de opdracht: beschrijf hoe het voelt om in slaap te vallen in de auto.
photo credit: buxx via photopin cc
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Goed beschreven, want ik dacht alleen maar: “Wakker blijven! Wakker blijven!” 😀
Leuk verhaal!