Regels voor werkwoorden
Ik kreeg vandaag via Twitter een vraag van Alette Jurgens over werkwoorden en dan met name over voltooide deelwoorden:
Is er een regel die bepaalt wanneer het voltooid deelwoord op -en eindigt en wanneer op d/t? Dus waarom is het ik loop-liep-gelopen en ik koop-kocht-heb gekocht? Is er een systeem of is het gewoon stampen?
Eigenlijk zijn dat drie vragen, maar ik vind de vraag zo interessant dat ik hem lekker in een blog ga beantwoorden. Om te beginnen met het tweede deel van de eerste vraag: ja er is een regel voor het schrijven van een -d of -t aan het einde van het voltooid deelwoord. Er zijn twee mogelijkheden om te kijken of je een -d of een -t schrijft. De eerste mogelijkheid is het langer maken van het voltooid deelwoord, de tweede mogelijkheid is om het ezelsbruggetje van ‘t sexy fokschaap toe te passen. Het toepassen van het ezelsbruggetje heb ik hier al eerder beschreven. Met langer maken bedoel ik dat je er een bijvoeglijk naamwoord van maakt. Bijvoorbeeld: fietsen – de gefietste route. Dus schrijf je in het voltooid deelwoord een -t op het einde. Een voorbeeld met een -d: voltooien – het voltooide verhaal.
Zwakke en sterke werkwoorden
Het verschil tussen fietsen – fietste – gefietst aan de ene kant en kopen – kocht -gekocht / lopen – liep -gelopen is het verschil tussen zwakke werkwoorden aan de ene kant en sterke en onregelmatige werkwoorden aan de andere kant. Bij sterke werkwoorden hebben we te maken met een klinkerverandering, bij onregelmatige werkwoorden treedt de klinkerverandering twee keer op. Ik wilde dat er regels voor waren om aan te geven wanneer een werkwoord zwak, sterk of onregelmatig is. Het enige dat ik kan aangeven is dat dit historisch zo gegroeid is.
De Nederlandse taal is ontstaan uit een veel oudere taal
Aan het begin van onze taal staat een taal die het Indo-Europees wordt genoemd. Deze taal werd ongeveer 3000 jaar voor Christus gesproken. Uit het Indo-Europees zijn onder meer het Germaans, Grieks, Italisch en Keltisch ontstaan. Ik beperk me even tot onze stammoeder: het Germaans of Oudgermaans. Het Oudgermaans werd gesproken tot het jaar 0*.Toen begon de grote volksverhuizing en verspreidden verschillende volkeren zich over het toenmalige Romeinse Rijk. Doordat men verder uit elkaar ging wonen en in aanraking kwam met andere volkeren, ontwikkelden de talen zich verder. Het Germaans viel uiteen in Noord-. Oost- en Westgermaans. Het Oostgermaans ontwikkelde zich tot het Gotisch en die taal stierf om mij onbekende redenen uit rond 600 na Christus.
Uit het Noordgermaans ontstonden de talen die nu in Zweden, Denemarken, Noorwegen, IJsland en Faraoer worden gesproken. Uit het Westgermaans ontwikkelden zich het Duits, Engels, Fries en Nederlands (en het Zuid-Afrikaans). Daarom herkennen we zoveel woorden uit het Engels en Duits: ze hebben dezelfde taalmoeder als het Nederlands!
Nog eens zwakke en sterke werkwoorden
Deze historische achtergrond helpt mij bij het uitleggen van het verschil in sterke, onregelmatige en zwakke werkwoorden. Eerder schreef ik al eens dat mij opviel dat steeds meer sterke werkwoorden uit het Nederlands verdwijnen: denk maar aan varen – voer/vaarde – gevaren en meten – mat/meette – gemeten. De verleden tijd van lachen was in het middelnederlands loech. Dat zeggen we al helemaal niet meer. En wie zegt er nog dat iemand kloeg over het lange wachten? Dit verschijnsel treedt mijns inziens vooral op bij onregelmatige werkwoorden op het moment.
Maar nu terug naar de vraag: is er een regel die bepaalt wanneer een werkwoord op -en eindigt en wanneer op -d/t? Alette, het spijt me: die regel is er niet. De vervoeging van werkwoorden naar verleden tijd en voltooid deelwoord is historisch zo gegroeid en het is een kwestie van opzoeken. Als het je troost: er verdwijnen volgens mij wel steeds meer onregelmatige en sterke vormen en er komen steeds meer zwakke vormen bij, waardoor steeds meer werkwoorden eindigen op -d of -t. De Engelse werkwoorden die we overnemen in het Nederlands zijn al zwak, dus daar hoeven we niet meer over na te denken.
Ik kan je wel helpen aan een lijst met sterke en onregelmatige werkwoorden: die vind je hier! Het zijn er 1500 in totaal. Stampen lijkt me een enorme straf.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Hallo drs. Pee en dankjewel voor je uitleg!
Erg leuk dat je deze moeite neemt! Ik heb er zeker wat aan!