Schrijfuitdaging: dag 2 De vlinder
Eigenlijk had ik deze post woensdag moeten schrijven, maar het kwam er niet van. Dan maar vandaag. De opdracht is deze keer het combineren van de woorden vlinderverzameling, eerste zoen en grafsteen in een verhaal. Eens kijken wat ik ervan bak.
De vlinderverzamelaar had zijn beste net meegenomen en was aan het jagen op zeldzame vlinders. Het Koolwitje en het Citroentje had hij al zijn verzameling toegevoegd, maar hij wilde nog de Monarchvlinder en de Atalanta. En een Icarusblauwtje zou ook niet misstaan in zijn verzameling. Hij was pas begonnen met vlinders verzamelen. De verzamelaar had nog niet op Wikipedia gekeken en wist dus niet dat er zo’n 160.000 soorten vlinders bestonden. Hij vond vlinders gewoon mooi en wilde ze graag op zijn prikbord prikken.
Hij keek rond in het veld. Er stak een steen boven het hoge gras uit en tot zijn grote verbazing zag hij daar een Icarusblauwtje, dat net uit de cocon was gekomen en nu de vleugels opengezet had in de zon om ze te laten drogen en op te pompen, zodat het kon vliegen. Op zijn tenen sloop de verzamelaar naar de steen en het nietsvermoedende vlindertje. Toen hij er nog zo’n vijf meter vandaan was, kon hij de steen goed zien: het bleek een grafsteen te zijn. Op de grafsteen stond: “Hier ligt Johannes, vlinderverzamelaar. Hij fladderde te veel.” Johan schrok. Dit was zijn naam! Hij knipperde met zijn ogen. Maar de steen was niet verdwenen. Wat er wel was verdwenen was het Icarusblauwtje. Het fladderde even verderop richting het bos.
Ondanks de schrik, ging Johan er toch achteraan. Hij volgde het Icarusblauwtje tot het uit het zicht verdween achter een huis dat hij nog nooit had gezien. Voor de deur stond een vrouw in een lange, blauwe jurk. “Johan”, zei ze, “kom binnen.” Johan slikte, raapte zijn moed bij elkaar en ging de deur door. Daar zag hij de grootste vlinderverzameling die hij ooit had gezien. Als hij een cartoonfiguurtje was geweest, dan had hij zijn onderkaak van zijn schoenen moeten rapen. En de vlinders leefden!
“Ik ben Polyomma,” zei de vrouw in de blauwe jurk, “blijf je eten?” Johan en Polyomma brachten een genoeglijk avondje door aan tafel en later op de bank. Johan leerde ontzettend veel over vlinders van de vrouw. En wat had ze een bijzondere ogen! Honingkleurig. Polyomma kwam dichterbij. Het leek alsof haar ogen facetten hadden, zoals van vlinders, maar Johan verbande die gedachte uit zijn hoofd. Het zou wel een truc van het licht zijn. Polyomma kwam nog dichterbij met haar hoofd, ze legde haar hand achter zijn nek en de ander op zijn schouder. Hun lippen raakten elkaar en de eerste zoen was een feit. Ze had wel een beetje een lange tong, dacht Johan. En toen dacht hij niets meer.
De volgende dag werd hij wakker in de kas van Polyomma. Hij wilde zijn armen uitstrekken, maar hij kon ze niet bewegen. Hij keek om zich heen en zag dat zijn lichaam was verdwenen: hij was een vlinder geworden, zijn vleugels zaten vast aan een prikbord en Polyomma was verdwenen.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
0 reacties