Spreekwoorden 30: rust
Rust roest, zolang je maar niet verroest. Iets meer dan twee weken geleden kneusde ik mijn kleine teen. Hij was verschrikkelijk blauw, om niet te zeggen: zwart. De dokter zei: “Je moet rust nemen.”
“Ja dokter,” zei ik braaf. Maar ik weet niet zo goed wat rust is. “Mag ik dan wel sporten en ik ga over twee weken op wandelvakantie. Kan dat wel?” “Liever niet,” was het antwoord. Maar als ik naar mijn lichaam luisterde en stopte als ik pijn had, dan mocht het wel.
Rust wat is dat?
Dus ik ging rustig door met sporten. In plaats van drie kwartier rennen ging ik drie kwartier fietsen en ik deed keurig mijn bovenlichaam oefeningen. Alleen de step sloeg ik over. Niet dat ik het niet probeerde, maar het ging gewoon niet.
Rust roest, maar ik houd niet van rust. Om met Bon Jovi te spreken: I will sleep when I’m dead. Ik ben te jong om rust te houden!
Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Ik had het ook kunnen schrijven
En ik me maar afvragen waarom die kleine teen toch zo dik blijft.
Toch neem ik het er af en toe van!
Het is je zeer gegund!