Spreekwoorden 8: galg
Die groeit op voor galg en rad zei mijn moeder vroeger over een jongen bij mij uit de buurt. En zoals gewoonlijk: ze had gelijk. De jongen van mijn basisschool zat nog voor zijn zestiende in jeugddententie. Voor galg en rad opgroeien is al een heel oud spreekwoord. Het komt uit de tijd dat mensen nog aan de galg werden opgehangen.
Het rad was een nogal pijnlijk martelwerktuig. Als je werd veroordeeld tot het rad, dan werden je ledematen gebroken en daarna werden die door de spaken van het wiel (rad) gevlochten. Op het rad terechtkomen was dus geen pretje.
Een ander woord dat met het rad te maken heeft, is radbraken
Radbraken betekende uiteindelijk ook dat je een zeer oneervolle dood stierf en was voorbehouden aan de ergste misdadigers. Sommige misdadigers werden zelfs na hun dood nog op het rad gebonden en ondergingen dan de volgende behandeling:
De veroordeelde werd op een houten wiel (rad) gebonden. Met een ijzeren staaf werd vervolgens op de ledematen geslagen totdat alle botten hierin versplinterd waren. Als alle ledematen kapotgeslagen waren, kon een genadeslag op de hartstreek worden gegeven, waardoor de veroordeelde stierf. Dit was doorgaans de negende slag. De genadeslag volgde lang niet altijd. Ook kon de veroordeelde tot slot worden onthoofd of min of meer levend worden achtergelaten waarna pijn, bloedverlies, dorst en vogels de rest deden. (wikipedia)
Die negen slagen gingen als volgt: eerst de onderarmen, dan de bovenarmen, dan de schenen en als laatste de dijbenen. De negende slag was de genadeklap op het hart. Deze behandeling zorgde ervoor dat de veroordeelde tijdens de wederopstanding niet meer zou kunnen opstaan. Tot in de 19e eeuw onder Lodewijk Napoleon werden mensen geradbraakt.
Hieruit zijn ook de spreekwoorden en uitdrukkingen “Ik ben geradbraakt” en “de genadeklap geven” voortgekomen.
De galg was een doodstraf
Het woordspelletje galgje herinnert er nog aan: de misdadiger werd opgehangen aan zijn nek en bleef net zo lang hangen tot hij dood was. Soms duurde dat nog wel even. Het hielp dan natuurlijk niet om boter aan de galg te smeren. Dat was vergeefse moeite.
Een andere betekenis van dit spreekwoord kan zijn dat hoe lekker je die galg ook maakt, het blijft toch een straf. Boter was vroeger namelijk heel erg duur.
Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Galgen stonden buiten de stad. Zo heb je in Utrecht de Galgenwaard. Nu wordt daar gevoetbald, vroeger bungelden er bandieten
Wat ook een soort galgensport is 😉