Deze week zijn we toe aan de laatste stijlfiguren post. Aan het einde van deze post vind je een gratis download waarin de stijlfiguren van de afgelopen acht (!) weken nog een keer in het kort de revue passeren. Zoals altijd vraag ik je om even een tweet te plaatsen met een linkje naar deze post of ergens anders deze post te delen in ruil voor de download. Deze week de laatsten: de personificatie, de synesthesie en de onzorgvuldige beeldspraak.
Ik begin met de personificatie
Een personificatie wil zeggen dat je aan een levenloos object menselijke eigenschappen toekent. Je ziet dat vaak in spreekwoorden voorkomen:
Hoge bomen vangen veel wind
Hoezo is dit een personificatie? Aan de bomen wordt hier een menselijke eigenschap gegeven: vangen. Impliciet gaat men in dit zinnetje ervanuit dat bomen handjes hebben. En dat is een personificatie.
Andere voorbeelden van de personificatie zijn:
Het papier is geduldig
Het gevaar loerde op elke straathoek
De toekomst lacht ons toe
De meeste personificaties zijn eigenlijk ook wel clichés. Het mooiste is om de meest gebruikte, zoals hierboven, niet meer te gebruiken, maar gewoon eigen originele personificaties te verzinnen. Zoiets:
De economie zucht en steunt onder dit regeringsbeleid.
Een van de mooiste personificaties is Elckerlijc, een personificatie van de mensheid, geschreven in de vijftiende eeuw. Hierin worden begrippen als deugd, trouw, vriendschap, familie, bezittingen, wijsheid, kracht en schoonheid opgevoerd als levende personages. Een boek dat geheel uit personificaties wordt opgebouwd, noemen we een allegorie.
Een combinatie van twee zintuigen is een synesthesie
Als je twee zintuigen met elkaar combineert, dan maak je een synesthesie. Zo kun je bijvoorbeeld horen en zien combineren in schreeuwende kleuren. Dit is de meest bekende denk ik. Andere voorbeelden van de synesthesie zijn:
Bittere kou (smaak en tastzin)
Warme tonen (tastzin en gehoor)
Schilderachtig schelden (zien en horen)
Of een gedichtje van J.W. Goethe:
In het woud, waar ‘k doolde
zo zonder doel
en niets wou zoeken
dan schaduw koel
Knap als je de synesthesie hier kunt vinden.
Soms kun je doorschieten in je beeldspraak
Dan gebruik je bijvoorbeeld beelden die niet kloppen met elkaar. Dat noemen we onzorgvuldige beeldspraak. Dat kan gebeuren als de schrijver overdrijft in zijn tekst. André Hazes en Pierre Kartner (Vader Abraham) hebben daar prachtige voorbeelden van:
Ik voel me als een kerstboom zonder piek (Hazes)
Een kind zonder moeder is als een vaas zonder bloemen (Kartner)
Willem Bilderdijk maakte het, bij het overlijden van zijn zoontje, wel heel bont met zijn beeldspraak, hoe sneu het overlijden ook is:
Van tranen overstelpt, met bloedende ingewanden
In de opengereten borst, nog gapend van haar wond,
De lijktoorts van mijn kind nog rokend in de handen,
Wat vordert men van mij op deze gedenkbare stond.
Ik had het al eerder over clichés. Clichés zijn uitspraken die te vaak gebruikt zijn en dus afgesleten zijn geraakt:
Een kameel is het schip der woestijn
Ze kijkt alsof ze het in Keulen hoort donderen
Een toegift: de oxymoron
Een oxymoron is een speciale vorm van de paradox. Bij de paradox lijkt de tegenspraak aanwezig te zijn, maar bij nader inzien is de tegenspraak opgelost. Bij de oxymoron blijft de spanning van de tegenspraak aanwezig. Oxymoron komt van de Griekse woorden oxys en moros. De eerste betekent scherp, de tweede stomp. De oxymoron is dus zelf een oxymoron!
Op wikipedia staan heel veel voorbeelden van oxymorons. Sommigen zijn zo ingeburgerd dat we niet meer door hebben dat het een oxymoron is! Ik noem er een paar:
Oorverdovende stilte
Ongekroonde koning
Negatieve groei
Enige keuze
De anarchie regeert
Oud nieuws
Georganiseerde chaos
Van sommigen wist ik het echt niet meer!
En dan the moment you’ve all been waiting for…
Toch?
De gratis download met alle stijlfiguren op een rijtje. Veel plezier met deze korte versie stijlfiguren en vergeet niet even een tweetje achter te laten of te delen :).
en wederom bedankt voor de les, sommige zaken zijn volledig nieuw, in andere gevallen frissen ze op wat ik ooit heb mogen/ moeten leren
Graag gedaan 🙂
Wat me telkens weer opvalt: hoeveel van die stijlfiguren ik te pas en te onpas gebruik… Zonder het te beseffen!