De structuur van een tekst: 7 tips deel 1
Je schrijft een tekst en je weet dat een tekst een kop, romp en staart moet hebben. De vraag is alleen: hoe? Hoe bouw je een tekst op, zodat hij een logische structuur heeft? Daarvoor vind je hier de komende weken zeven tips die je op weg kunnen helpen. De enige manier om dat echt in de vingers te krijgen? Oefenen.
Alleen met oefenen word je namelijk beter in het opbouwen van je tekst. Als beginnende schrijver kun je het beste eerst de structuur bedenken voordat je gaat schrijven. Niets is zo vervelend als achteraf de rommel te moeten opruimen. Moet je dan tijdens je tekst vasthouden aan de structuur die je vooraf bedacht hebt? Nee hoor, gaandeweg mag je best nog wisselen. Maar wisselen is tijdens het schrijven is makkelijker dan achteraf ombouwen.
Drie tips voor structuur aan de binnenkant
Tip 1: omschrijf je onderwerp zo duidelijk mogelijk
Waar ga je het over hebben in je tekst? Maak je onderwerp zo specifiek mogelijk. Het onderwerp schoenen is veel te breed. Er zijn zoveel soorten schoenen dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Perk je onderwerp dus in. Bijvoorbeeld: het ontstaan van de naaldhak. Dan wordt het bedenken van een structuur veel makkelijker.
Tip 2: schrijf het doel van je tekst zo duidelijk mogelijk op
Als je een doel hebt in je tekst, dan kun je daarnaartoe werken. Dat geeft structuur. Wat wil je precies doen? Wil je informatie geven of iemand van iets overtuigen? Als je informatie geeft, dan is een titel als Het ontstaan van de naaldhak prima voor jouw tekstdoel. Maar wil je vrouwen ervan overtuigen dat ze niet meer op naaldhakken moeten lopen, dan moet je een andere titel bedenken. Bijvoorbeeld: Waarom vrouwen geen naaldhakken zouden moeten dragen. De tekstdoelen die we in het Nederlands onderscheiden zijn:
- informeren,
- beschouwen,
- overtuigen,
- amuseren
Tip 3: wie zijn je lezers?
Probeer jezelf een beeld te vormen van je lezers. Wie zitten er in de doelgroep van je tekst? Zijn dat hoogopgeleide vrouwen die dagelijks op naaldhakken lopen? Of heb je te maken met ontwerpers van diezelfde naaldhak? Dat maakt dat je een heel andere toon moet aanslaan. De toon heeft te maken met het register dat je opentrekt. Als je voor hoogopgeleide vrouwen schrijft, dan is het handig om niet op je hurken te gaan zitten en in Jip-en-Janneketaal uit te leggen wat een naaldhak is. Schrijf je voor een ontwerper, dan moet je opletten dat je hem niet voor het hoofd stoot met je betoog over de afschaffing van de naaldhak.
Ook kan weten wie je publiek is, helpen bij het bepalen van de voorkennis van de lezer. Ontwerpers zullen waarschijnlijk wel weten hoe de naaldhak is ontstaan. Daar hoef je de geschiedenis niet voor te herhalen. Maar als je publiek naaldhakdragende vrouwen omvat, dan zul je kort aan de geschiedenis daarvan moeten refereren.
Dit zijn drie tips die je helpen de binnenkant van je tekst te structureren. Volgende week dinsdag volgt deel 2 over de buitenkant van je tekst en de week daarop een advies over hoe je te werk kunt gaan.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks