Dat is raar: een kool groeit helemaal niet zo snel. Hij doet er 3 of 4 maanden over om volledig tot wasdom te komen. Dus om nu te zeggen dat iemand groeit als kool, zou dus eigenlijk betekenen dat iemand langzaam groeit. En toch zeggen we van iemand die ineens heel snel is gegroeid, dat hij groeit als kool. Waar komt dit spreekwoord vandaan?
De kool is vooral te vinden in kustgebieden, hij kan namelijk goed tegen zout en harde wind. De kool is al een zeer oude groente. Er zijn twee hypothesen rondom het verbouwen van kool: de eerste is dat de plant zo’n 4800 jaar geleden voor het eerst rondom het Middellandse Zeegebied werd verbouwd. De tweede hypothese is dat hij in de Keltische cultuur al voorkwam en dat zou betekenen dat hij inmiddels 5200 jaar oud is.
Nu blijkt dat die 4 maanden in de groenteteeltwereld helemaal niet zo lang is. Juist vanwege die korte groeitijd, is de kool lange tijd in armere streken een plant geweest die snel voor voedsel zorgde, voornamelijk in de winter.
Aardappelen doen er bijvoorbeeld vijf maanden over om te volgroeien en suikerbiet en witlof hebben twee jaar nodig om tot volle wasdom te komen.
Daarom kunnen we zeggen dat een baby’tje groeit als kool: hij groeit heel snel.
Bron: “Witte kool” by Rasbak – Eigen werk. Licensed under CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons