Vandaag bespreek ik het schrijfmisverstand opdracht is opdracht. Als je de vraag krijgt om een mooi stuk te schrijven, dan heb je een opdracht. Dan moet je natuurlijk ook een mooi stuk schrijven. Je wil uiteraard ook recht doen aan je onderwerp. Het gevolg: een stuk tekst dat veel te lang is, teveel onderwerpen behandelt, voor een buitenstaander misschien te abstract is, te laat is ingeleverd en wellicht niet meer te redden is. De kans is erg groot dat het wordt afgewezen. Hoe voorkom je dat je stuk wordt afgewezen?

In ieder geval door de opdracht strak te omkaderen

Het is belangrijk dat je opdracht duidelijk wordt vastgelegd. Het beste kun je dit doen in een document waarin je de afspraken vastlegt. Die afspraken kun je opstellen aan de hand van een prachtige checklist.

• Welk doel heeft de tekst? Moet de tekst informeren, overtuigen, werven, instrueren of amuseren?
• Welke uitgangspunten heeft de opdrachtgever? Dit gaat om de inhoud van het stuk. Ga je wel of niet schrijven over theorie en geschiedenis?
• Wie is de doelgroep? Moet je als schrijver rekening houden met de doelgroep?
• Wat is de deadline? Leg een concrete datum vast.
• Met wie overleg je over de concepttekst? Vraag hier echt om een naam en ook een datum voor het inleveren van de concepttekst. Leg ook vast of je face to face overlegt of via de telefoon of Skype.
• Welke wensen zijn er met betrekking tot de lengte van de tekst? Bedenk of je rekent in A4’tjes of in woorden. Hoe moet het eruit zien: wel of geen illustraties.
• Wat is het honorarium? Wat krijg je vergoed? Denk aan onkosten, betaling per woord of per uur.

Let er dus op dat je de afspraken helder vastlegt en dat je een goed en volledig beeld hebt van de afspraak. Dan kunnen er later geen misverstanden ontstaan.
Ben je een hobbyblogger? Dan kun je deze afspraken natuurlijk ook met jezelf maken.
Op het plaatje staat een andere manier om naar je schrijfopdracht te kijken. De manier die ik beschrijf, komt uit het Handboek Stijl, Adviezen voor aantrekkelijk schrijven, van Peter Burger en Jaap de Jong.