De tachtigjarige Here zit met een handgranaat, een slof sigaretten en een laptop in haar garage, surft op het web en betaalt haar laatste schulden. Ze heeft besloten dat ze nog voor de kerst gecremeerd wil worden. Terwijl ze wacht tot de oven 1000 graden heeft bereikt, blikt ze terug op een veelbewogen leven dat haar alle hoeken van de Europese geschiedenis liet zien. Een tegendraads meesterwerk vol IJslandse geestigheid.
En dan maar gelijk een staaltje van die IJslandse geestigheid:
Beste zondares,
Het is de kerk ter ore gekomen dat u in de openbare gebouwen op toiletten voor gehandicapten ontucht bedrijft. Zoals bekend is dat strijdig met Gods geboden.
Overeenkomstig de regels van de staatskerk wordt u de penitentie opgelegd de volgende veertig zondagen in veertig verschillende kerken de dienst bij te wonen.
Na afloop van deze boeteperiode verwachten wij van u een persoonlijk schrijven met een bekentenis van uw zonden. Deze moeten tot in de detail worden opgesomd, waarbij niets geheim mag worden gehouden. Het oog van de Here is alziend.
Bij nakoming van deze voorwaarden zal de bisschop u uw zonden vergeven en zult u zijn zegen ontvangen, echter nieteerder.
Indien u ervoor kiest de dienaren van de Here niet te gehoorzamen, zal uw ziel aan het anker van de hemelse wrake worden geketend en in Satans diepste lavaspleet worden gestoten.
Reykjavik, in naam van de Here op de 14e juli 2002
Karl Sigurbjörnsson
Bisschop van IJsland. [p. 257]
Het staaltje humor zit in het gebruik van het woordje Here. Deze brief wordt door Herbjörg, bijgenaamd Here, zelf geschreven aan haar overspelige schoondochter. Ik mag deze humor wel. En zo zit het boek vol met dit soort humor.
Here ligt op haar bed in een garage te wachten op haar dood. Ze heeft doorligplekken, rookt zeven sigaretten per dag, heeft kanker en longemfyseem. Ze kijkt terug op haar leven vanuit dat bed: naar de honderd mannen die ze in haar bed gehad heeft, naar de oorlog, naar de sixties en ze spreek over de martelgang die het is om van het bed naar het toilet te gaan. Maar in plaats van dat dit een melancholisch zielig verhaal wordt, spatten de humor en het sarcasme van de oude vrouw van de bladzijden. Meer dan eens brak er een flinke glimlach door op mijn gezicht en even zo vaak zat ik hardop te gniffelen.
Er zijn wel stukjes waar de humor morbide wordt. Toch weet de schrijver, Hallgrímur Helgason, ook die stukken zo te draaien dat het weer grappig wordt en de scherpe kantjes weet hij daardoor te verzachten.
Toch kent Een vrouw op 1000 graden wat mindere kantjes
Die mindere kantjes liggen dan vooral in de uitgebreide beschrijvingen van natuur, de vergelijkingen die de schrijver door het hele boek heen maakt. Die worden op den duur vervelend en daardoor heb ik soms wat moeite om lekker door te lezen.
Sommige vergelijkingen zijn echter zeer grappig. Bijvoorbeeld het vergelijken van het mannelijk lid met een omgekeerde tulp. Dan is er nog de doos van Pandora, waardoor vrouwen ineens zin krijgen. Zeer mysterieus.
Nog even over de titel: de verbrandingsoven bij een crematie is uiteindelijk 1000 graden Celsius. Dan duurt het maar een uurtje voor je tot een hoopje as gereduceerd bent. Dat ontdekt Here als ze belt met het crematorium om alvast haar crematie te regelen.
Wat je kunt verwachten als je een boek leest waarin een heel mensenleven wordt beschreven: er zijn zoveel personages in het boek dat ik soms moeite heb te bedenken wie wie nu ook al weer is. Dat ik dan weer terug moest bladeren of moest denken: “Laat maar.” Het helpt natuurlijk niet als er meer dan drie Jons in het boek voorkomen die allemaal minnaars van Here zijn geweest.
Hoe dan ook: ik vind eigenlijk dat iedereen dit boek moet lezen. Het is echt een fijn boek om te lezen. Wel wil ik de tip meegeven om een papiertje te maken met alle personages die voorkomen in het boek. Dan hoef je niet terug te bladeren.
Hallgrímur Helgason: Een vrouw op 1000 graden. Uitgeverij de Arbeiderspers. Utrecht. 2014.
Hier kun je meer recensies lezen over dit boek.
Dit is mijn twaalfde boekrecensie in het kader van ‘Een perfecte dag voor literatuur‘, georganiseerd door Cathelijne Esser van Not just any book. Ik heb dit boek gratis gekregen, maar dat heeft in geen enkel opzicht mijn mening over het boek beïnvloed.
Ja, met die humor zat het wel goed in dit boek. Voor mij had het nog wel meer dan de 550 bladzijdes mogen zijn. Ik heb het met spijt dichtgeslagen omdat ik wist dat ik Here meteen zou gaan missen…