Wat wil je later worden?
De vraag die aan iedereen gesteld wordt: wat wil je later worden. De meisjes wilden graag dierenarts of prinses worden, de jongens brandweerman, piloot of politieagent. Toen ik een jaar of vijf wist ik het niet, geloof ik.
Als je mij had gevraagd wat ik wilde worden toen ik twaalf was, wist ik het zeker. Ik zou sterrenkundige worden! Lekker naar de sterretjes kijken en nieuwe werelden ontdekken. Het universum trok mij aan. De onmetelijke ruimte (letterlijk!) trok mij aan. Er zouden planeten naar mij genoemd worden! Hoewel er toen nog geen planeten buiten ons zonnestelsel ontdekt waren. Zelfs Pluto hoorde nog bij de planeten en was nog niet gedemoveerd tot veredelde asteroïde.
Die droom verdween als sneeuw voor de zon toen ik in de tweede klas van het voortgezet onderwijs erachter kwam, dat ik niet zo goed in wis- en natuurkunde was. Of nou ja, niet zo goed… Ronduit slecht zelfs! In de derde klas werd mij ten sterkste afgeraden om wis-, natuur- en scheikunde in mijn vakkenpakket te kiezen. Ik was (en ben nog steeds) een alfavrouwtje.
In de derde klas besloot ik de Hogeschool voor Journalistiek te gaan doen. Die zat in Utrecht en nog steeds geloof ik. Ik werd echter enorm gedemotiveerd toen ik erachter kwam dat er ieder jaar 900 aanmeldingen waren en dat er 225 mensen aangenomen werden. Ook die droom liet ik varen.
In de vijfde klas van het VWO had ik het gevonden: ik werd politieagent! Ik deed zelfs de psychologische test om op de politieschool terecht te kunnen komen. Ik werd afgewezen.
Toen dacht ik: ik ga rechten studeren. Dan kom ik via een omweg vast wel terecht op de politieacademie. De Universiteit Leiden werd mijn basis. Ik werd ook lid van een studentenvereniging én ik ging op kamers. Natuurlijk is een plus een plus een drie en je kon op je tien vingers natellen dat ik iets teveel van mijn vrijheid genoot. Ik heb geen enkel studiepunt gehaald dat jaar, maar wat heb ik het naar mijn zin gehad!
(Overigens zeg ik altijd dat mijn rechtsgevoel niet strookt met het recht: als iemand een kelderluik laat openstaan in een kroeg en een of andere dronkenlap valt erin en breekt zijn benen, dan vind ik dat die dronkenlap beter had moeten uitkijken. Nee zegt de rechter: er hadden gevarendriehoekjes moeten staan. Daarom zie je nu overal van die gele bordjes met: pas op, natte vloer. Maar dit terzijde.)
Na dat feestjaar ging ik naar een HBO-opleiding voor docent Nederlands. Keurig mijn propedeuse gehaald, maar in het tweede jaar haakte ik af. Het was te makkelijk voor me. Dus weer terug naar de Universiteit Leiden om daar Nederlands te gaan studeren. Geen studentenvereniging deze keer en ik haalde braaf mijn propedeuse en vier jaar later had ik ook keurig mijn bul gehaald. Mijn handtekening in het zweetkamertje gezet. En toen kwam het zwarte gat. Ik had geen idee wat ik moest gaan doen. En tien jaar later ben ik eigenlijk net zo ver als toen. Alleen wel tien jaar ouder en twintig jaar wijzer met veel meer inzicht dan tien jaar geleden.
Wat wil je later worden? Ik vind het geen goede vraag. Vraag iemand liever waar hij of zij gelukkig van wordt. Dat geeft een mooier antwoord.
Martha, waar word jij gelukkig van?
Schrijven.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Mooi! Dat je uiteindelijk toch je zinnen kunt zetten op iets wat je vooraf niet wist… Het vergt wat levenservaring, denk ‘k… 🙂
Ja, schrijven is heerlijk! Het is goed om jezelf te analyseren, kritisch te kijken naar wat voor jou het beste voelt en dáár voor te gaan!
Mooi! Ik begrijp precies wat je bedoelt