"O, nu moet ik oppassen voor je"
Grrr. Deze reactie krijg ik bijna altijd als ik zeg dat ik aan karate doe. Een goede tweede: “Dus jij bent gevaarlijk.”
Dames en heren, luister goed. Ik ben inderdaad gevaarlijk. Zeer gevaarlijk zelfs. Mijn handen zijn dodelijke wapens. Ik kan je met één slag doden of in ieder geval knock-out krijgen of in het beste geval flink veel pijn doen. Zelfs mijn blik kan je het zwijgen opleggen.
Ik ben getraind om te reageren als ik aangevallen word. Ik ben als een roofdier: alert op al het geluid om me heen. Het is erg lastig om mij te besluipen. Ik ben niet bang om door donkere steegjes te lopen of ’s avonds de deur open te doen als ik niemand verwacht. Ik weet wat ik kan.
Karate is mijn sport. Het is mijn passie, mijn leven en mijn geluk. Ik adem karate, het zit in mijn bloed. Als karateka (zo noem je beoefenaren van de sport) weet ik dus wat ik kan en vooral: wat ik mag. Zo is het mij verboden om als eerste aan te vallen. Karate kent geen eerste aanval, namelijk.
Maar als ik deze reacties nog één keer hoor, weet ik niet of ik voor mezelf kan instaan. Ik vind het minachtend overkomen. Het getuigt van weinig mensenkennis en inzicht. Mensen bedoelen het als een grapje, maar ik ben het grapje zat. Vroeger zou ik een beetje schamper hebben mee gelachen met de spreker, maar ik ga dat niet meer doen. Het is klaar.
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
Helemaal gelijk! Toedeloe met je domme opmerkingen. Zeggen ze dat ook tegen een man die aan een vechtsport doet?
Haha herkenbaar ja,
*jou kom ik liever niet tegen in het donker* 🙁
Lekker blijven sporten en genieten
You rocks!