Het woordje “me” heeft verschillende taalkundige benamingen.
Daar hebben slimmere mensen dan ik lang over nagedacht en daar moeten we ons dan maar aan houden. Normaal ben ik niet zo’n voorstander van regels en ik breek de meest onzinnige met graagte. Maar de ‘me’-regel daar houd ik me aan…
De eerste benaming is in het Nederlands een persoonlijk voornaamwoord. “Me” wordt hier gebruikt als spreektaalvorm van het formelere “mij”. Denk aan: “Dat boek is van mij”.
In zinnen als ‘Ik heb me vergist’ hebben we te maken met een wederkerend voornaamwoord.
In de zin ‘Je hebt me opgehaald noemen we het woordje me een wederkerig voornaamwoord. De derde benaming.
Er zijn dus voldoende manieren om het woordje “me” correct te gebruiken.
Het woordje “me” is echter nooit, maar dan ook echt nooit een bezittelijk voornaamwoord. Daar hebben we het woordje “mijn”, mét een n, voor gemaakt.
Wil je dan toch verkorten, zeg en schrijf dan “m’n moeder”. Dat getuigt wat mij betreft van meer respect voor de vrouw die je op de wereld heeft gezet.
Regel me
Meer weten of vragen?
Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks