Restaurant De blije koe zag er verlaten uit. De ramen waren zwart uitgeslagen van het roet en het vuil en in het raam naast de deur zat een gat, dat overdekt was met spinnenwebben. In het licht van de lantaarnpaal kon je soms de beweging van een wegschietende rat zien.
Toch had het gebouw ooit betere tijden gekend: de koperen knoppen op de deuren waren door de tijd groen gekleurd en het tapijt op de trap was vaal geworden en opgevreten door motten. De gouden kroonluchters misten enkele lampjes en de peertjes die er wel inzaten, waren gebruikt als schietschijf voor kiezelsteentjes. De vermolmde houten deur stond op een kier. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en duwde er zachtjes tegenaan. Een enorm gepiep en gekraak vertelde me dat de scharnieren al jaren niet geolied waren.
Onmiddellijk sloeg de stank me tegemoet: het was de stank van vergaan vlees, vuilnishopen en bedorven melk. Ik sloeg mijn hand voor mijn neus. Dit was te erg! Ik zette mijn onderzoek echter voort. “Een echte detective laat zich niet weerhouden door een beetje stank,” dacht ik dapper. Ik zette mijn naaldhakken op het kleed dat bij iedere stap mee veerde door het stof en andere, niet nader genoemde rottingsprocessen.
“Deze schoenen gaan straks direct de vuilnisbak in.” Plotseling voelde ik iets langs mijn enkel schieten. Van schrik slaakte ik een hoog meisjesachtig gilletje. “Shit, dit was echt niet cool, ik hoop dat niemand mij gehoord heeft.”
Het werd tijd om mezelf eens streng toe te spreken: “Janine de Brede, verman jezelf! Je bent een watje!”
Aan de andere kant: geen van mijn collega’s durfde de stank te trotseren. Ik deed een paar stappen vooruit. En stapte in iets glibberigs dat onder mijn voeten wegschoot. Ik richtte mijn zaklamp op de beweging en zag dat ik op iets ronds was gestapt. Ik liep ernaartoe en zakte door mijn knieën, ervoor zorgend dat mijn dure skinny jeans de rottende vloerbedekking niet raakte, en keek onder de tafel waar het ronde voorwerp tot stilstand was gekomen.
Ik stond op, liep zo beheerst mogelijk naar buiten om vervolgens in de dichtstbijzijnde struiken mijn maaginhoud te legen. Dit beeld zou mijn netvlies nooit meer verlaten.
Het ronde voorwerp onder de tafel was een oogbol, al aangevreten door de ratten en ander ongedierte. De pupil was melkwit geworden. Even verderop lag een man, in grote mate aangevreten door knaagdieren: de darmen waren uit de buikholte gekomen en daarin zaten witte maden. Ook alle andere ingewanden waren al aangetast door de tijd en het geknaag van de dieren. Ik kon veilig stellen dat de man al een tijdje dood was.
Ik ben aan het oefenen met beschrijvingen. Benieuwd wat jullie vinden: feedback graag, maar wees wel lief.
het beeld is duidelijk en onsmakelijk, ach, dat zal de bedoeling ook wel geweest zijn 😉
Ik ga dit opvatten als een compliment Carel 🙂
Jeetje zeg, een waarschuwing voor gevoelige magen a.u.b. ☺ Is wel goed voor mensen op dieet… je honger is gelijk over… well done
Oe, dat had ik er inderdaad wel even bij mogen vermelden 😉