Vannacht schrok ik mij een hoedje. Of liever gezegd, een hoed. Een pling op mijn telefoon en vriendschapsverzoek op Facebook. Ik kende hem niet, maar we hadden een gemeenschappelijke vriendin. Zij bleek familie van hem. Normaal gesproken accepteer ik vreemden niet, maar omdat hij een bekende was van iemand die ik ken, dacht ik: “Goh, benieuwd wat hij te melden heeft.” Ik accepteerde en stopte hem in de kennissenafdeling.
De kennissenafdeling van mijn Facebook krijgt lang niet alles te zien van wat ik op Facebook deel. Sterker nog, die zien bijna niets. Alleen wat ik kies te laten zien: sommige statusupdates, sommige foto’s. Maar ja, profielfoto’s zijn altijd openbaar, ook de foto’s die je voorheen als profielfoto hebt gebruikt.
Schrik. Nog een pling. Maar nu op mijn Messenger:
“Hi. Where are you from? Of mag het in het Nederlands?”
“Hoi, Nederlands is prima.”
“Fijn, dat praat makkelijker.”
Het gesprek kabbelt zo een half uurtje voort. Hij complimenteert me met mijn profielfoto’s. En dan:
“Jij hebt twee best grote pluspunten.”
Ja hoor, we zijn er weer
Ik dacht serieus een leuk gesprek te hebben, maar ondertussen zat meneer gewoon met zijn fiep te spelen. Of ik dat erg vond?
Nee hoor, ik vind het fantastisch om te weten dat een onbekende man, getrouwd en met een kindje van nog geen jaar met zichzelf zit te spelen terwijl hij naar mijn profielfoto’s kijkt. Wat hem triggerde? Deze foto:
Zijn eerste vraag: heb je een rokje aan? Ik had beter moeten weten. Ik weet echt wel van de hoed en de rand. Ik kom niet onder een steen vandaan. Maar ik ben misschien te naïef: of zoals ik het vanmiddag op Twitter zei:
[…] Ik ga er oprecht van uit dat iemand een praatje wil en ik geloof in het goede van de mens/man.
— Martha Pelkman (@drspee) June 17, 2017
Maar misschien moet ik dat maar niet meer doen. Misschien moet ik me niet onder een hoed laten vangen, niet geloven in de pluimen die in mijn hoed gestoken worden. Me achterdochtig opstellen en op mijn hoede gaan zijn. Me niet meer open opstellen en spontaan zijn.
Misschien heb ik het wel uitgelokt door mijzelf te fotograferen in jurkjes, rokjes en op een schommel met een korte spijkerbroek aan die lijkt op een rokje.
Op Twitter kreeg ik bijval van verschillende dames:
Ik en aantal vriendinnen kunnen dat beamen helaas. Erg jammer
— Lisa Niehoff (@HierIsLisa) June 17, 2017
Ik ben dus niet de enige die dit meemaakt. Wat maakt dat sommige mannen denken dat ze je zomaar kunnen aanspreken, een praatje kunnen maken en binnen een half uur kunnen gaan raden wat je cupmaat is?
Overigens vond ik een opmerking op Twitter echt heel naar. Het voelde alsof ik de schuld kreeg, dat ik het uitgelokt had.
Het is alsof je te horen krijgt: ‘O je bent verkracht? Ja met die kleding vraag je er ook wel om.’ Alsof je geen vreemden mag accepteren op je Facebook. Dan vraag je namelijk om dit soort chats.
Kortom:
een vreemde stuurt je midden in de nacht een vriendschapsverzoek en gaat met je chatten en eindigt met zijn lul in zijn handen. Why me?
— Martha Pelkman (@drspee) June 17, 2017
Had je maar geen meisje moeten worden.
Iedere dinsdag geeft Carel de Mari op zijn blog een woord op waarmee je een spreekwoord kunt bespreken. Iedereen kan altijd meedoen. Hoe? Mag je zelf weten. Je kunt een verhaal schrijven waarin het spreekwoord een rol speelt, je kunt in de etymologie duiken en de oorsprong van het gezegde verklaren, et cetera. Plaats een link onder het blog van Carel en lees daar ook de andere bijdragen.
0 reacties