Vorige week besprak ik een model voor het bepalen van tekstkwaliteit. Ik gaf toen al aan dat er problemen waren met dit model. Als voorbeeld gebruikte ik de neerlandica die een prima sollicitatiebrief schrijft, maar op punt 15 geen voldoende scoort: ze schrijft bijvoorbeeld ik wordt waardoor de tekstkwaliteit dus onder de maat is. Vandaag bespreek ik de andere problemen met het model, maar ik zal de tabel eerst nog eens opnieuw opnemen.
De vijftien ijkpunten nog even herhaald.
Correspondentie | Consistentie | Correctheid | |
---|---|---|---|
Teksttype | 1. geschiktheid | 2. genrezuiverheid | 3. toepassing genreregels |
Inhoud | 4. voldoende informatie | 5. overeenstemming tussen feiten | 6. juistheid van gegevens |
Opbouw | 7. voldoende samenhang | 8. consequente opbouw | 9. correcte verbindingswoorden |
Formulering | 10. gepaste formulering | 11. eenheid van stijl | 12. correcte zinsbouw en woordkeus |
Presentatie | 13. gepaste presentatie | 14. afstemming tekst en vormgeving | 15. correcte spelling en interpunctie |
Niet alleen die neerlandica heeft een andere normering op het schema, er moeten ook verfijningen worden toegepast. Bijvoorbeeld op punt 4: bij een overtuigende tekst moet de voldoende informatie niet alleen voldoende zijn maar ook voldoende overtuigend.
En er zijn nog meer verfijningen nodig
Met name bij punt 10 moet er nog verfijnd worden. Gepaste formulering heeft met name te maken met
- begrijpelijkheid
- nauwkeurigheid
- bondigheid
- aantrekkelijkheid
Het vervelende wat mij betreft is dat deze vier punten vooral subjectief commentaar opleveren: wat voor de een aantrekkelijk taalgebruik is, kan de ander volledig in het verkeerde keelgat schieten. Een ander probleem is dat de begrijpelijkheidseis niet ten koste gaat van de bondigheid. Of andersom.
Renkema geeft bij de formulering nog de volgende verfijning:
Te dicht bij de schrijver | Te dicht bij de lezer | |
---|---|---|
te moeilijk ← | begrijpelijkheid | → te makkelijk |
te vaag ← | nauwkeurigheid | → te gedetailleerd |
te beknopt ← | bondigheid | → te uitgebreid |
te zakelijk ← | aantrekkelijkheid | → te populair |
In dit schema worden foute formuleringen weergegeven als overschrijdingen richting de schrijver of de lezer, maar mijns inziens is dit toch te subjectief. Want wanneer is een tekst te zakelijk of te populair geschreven? Ik kreeg zelf ooit het commentaar dat mijn scriptie over straattaal te populair was geschreven, meer geschikt voor Onze Taal dan voor de academische wereld. Natuurlijk was ik het er niet mee eens, maar ja je wil toch slagen voor de opleiding. Kortom, de eisen voor formulering zijn wat mij betreft niet meetbaar en te subjectief om überhaupt gebruikt te kunnen worden.
Renkema geeft zelf ook aan dat onderscheid op inhoud en formulering soms lastig te maken is. Want wanneer is iets vaag? Is dat als er te weinig informatie in de tekst gegeven wordt of is dit als de tekst duidelijker geformuleerd moet worden?
Renkema zegt dat het model dus eigenlijk eerder als leidraad voor discussie gebruikt moet worden, dan als concreet analysemodel voor het bepalen of een tekst voldoende kwaliteit heeft.
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks