WhatsApp
Telefoon

Ergens in de verre toekomst – deel 4

door | 07 april 2020 | Verhalen | 0 Reacties

Tal keek haar aan. Ze zag lijkbleek en er hing nog een traan aan haar lange wimpers. Ineens realiseerde hij zich, dat Mala van niets wist. Dit was allemaal nieuw voor haar. Hij besloot dat hij haar moest inlichten over zijn wereld. De wereld die bestond buiten de grenzen van Paneuropa.
“Kijk” zei ze, terwijl ze wees op een andere passage uit de dagboeken van haar overgroottante. “Lees dit.”
Maart ging over in april. De lente deed haar best om zo mooi mogelijk te zijn en de eerste warme dag was al geregistreerd. En daar waar de mens naar binnen ging, kwam de natuur weer naar buiten. In de stad was minder verkeer, daardoor kwamen vossen, valken en vlinders terug. Er werd zelfs een wolvenpaar gesignaleerd op de Veluwe, maar dat kon ook een poemahoax zijn. Ook in mei kwamen de mensen nog niet buiten en het weer werd steeds beter. Mensen hunkerden naar contact, naar terrasjes, naar buiten. Maar het Tribunaal versoepelde de maatregelen niet. Zou dat ooit nog gebeuren?
Toen ze uitgelezen waren, keken ze elkaar aan. Tal opende zijn mond om wat te zeggen, maar Mala legde hem het zwijgen op door haar vinger op haar lippen te leggen, haar ogen werden groot als schoteltjes. Er klonk een doordringend gezoem van buiten, dat steeds luider werd. “Andrones,” fluisterde ze, “we moeten hier nu weg.” Tal snapte het niet. “Wat is er dan?”
“Kom mee!” Mala plukte zenuwachtig aan de mouw van zijn jas. Tal stond op en liep met haar mee naar de gang, waar zij haar eigen jas van de kapstok rukte en aantrok. Ze opende de deur naar de overloop en liep richting de trap. Mala wenkte Tal dat hij moest volgen. Hij sloot de deur achter zich en liep naar haar toe. Mala aarzelde even, maar greep toen Talyessins hand en trok hem mee de trap af. “Ik leg het zo uit,” siste ze, “maar kom nu alsjeblieft mee! De buren hebben denk ik geklikt. Die houden alles in de gaten. En als de Andrones ons te pakken krijgen…”
Tal voelde Mala’s paniek. Hij gaf zijn weerstand op en liet zich meevoeren de trap af. Haar kleine, trillende hand voelde best prettig aan in de zijne. Snel zette hij die gedachte van zich af. De paniek die hij bij haar voelde was overheersend. Als hij niet oppaste, zou hij meegaan in die paniek. Dat was niet handig. Hij moest zijn hoofd erbij houden.
Mala dook in de dichtstbijzijnde steeg uit het licht van de lantaarnpalen die hun felle verraderslicht op de weg schenen. Het eerste dat Tal opviel, was de afwezigheid van afval en de gebruikelijke geuren die in een steeg hingen. Hij besloot dat die observatie tot later kon wachten. In de schaduw van de steeg vroeg Tal aan Mala wat Andrones waren. “Andrones zijn vliegende robots die door elke straat patrouilleren.” Ze had het woord ‘patrouilleren’ ergens gelezen en wilde het eens proberen. Het voelde lekker om het eens te kunnen uitspreken. “Die robots hebben een hittesensor en kunnen zien hoeveel mensen er in een woning aanwezig zijn. Ook bewaken ze de spertijd.” Ook zo’n lekker oud woord. “We hebben namelijk een avondklok, snap je,” zei Mala tegen Tal, terwijl ze hem aankeek. Tal knikte. “We moeten dus oppassen dat we niet gesnapt worden, maar als we in de schaduw blijven, dan registreren ze ons niet. Ze kunnen niet zien, maar reageren op beweging, geluid en hitte.”
“We moeten hier weg,” zei Talyessin, “kom mee.” Nu was het Tals beurt om Mala’s hand te grijpen en haar mee te nemen naar de steeg waar hij vandaan kwam, voordat hij bij haar appartement was binnengegaan. De steeg lag aan de overkant van de straat. Tal gluurde voorzichtig om de hoek voor hij de oversteek waagde. Snel trok hij zijn hoofd weg. “Shit!” Hij duwde Mala terug de steeg in en ging voor haar staan, zodat zijn lichaam haar afschermde. Mala stond op haar tenen om over zijn schouder heen te kijken. Vlak voor haar verscheen een Androne. Hij bleef voor de ingang van de steeg zweven en draaide zijn oogloze hoofd naar de steeg waar Mala en Tal doodstil stonden, hun adem inhielden en hoopten dat hun temperatuur niet gemeten kon worden omdat ze te ver weg stonden. Het leek eindeloos te duren. Mala voelde haar hartslag versnellen. Ze voelde haar handen klam worden en ze begon te trillen als een rietje. Langzaam, voorzichtig, zocht ze de hand van Tal. Toen ze hem vond, raakte ze hem aan. Hij sloot zijn hand om de hare en kneep geruststellend. De Androne zweefde richting hun steeg, alsof hij de steeg binnen wilde gaan, bleef nog even hangen, maar zweefde uiteindelijk toch weer verder.
Tal liet Mala’s hand los en sloop een stukje naar voren, keek de Androne na tot hij de hoofdstraat uit was en de hoek om was gegaan. Toen pakte Tal Mala’s hand opnieuw en fluisterde: “Nu!” Samen renden ze de straat over en verdwenen in de tegenoverliggende steeg. Van dat korte sprintje was Mala al buiten adem. Ze had nooit iets aan sport mogen doen, want dat was verboden door het Tribunaal. Daar zou je ziek van kunnen worden, omdat je te dicht bij anderen kon komen. Vroeger, had Mala gelezen, liepen mannen nog wel eens achter een bal aan op een grasveld voor heel veel geld. Dat heette voetbal. Mala begreep niet waarom daar geld voor werd betaald. Ze had gelezen, in het geheim natuurlijk, dat er zoiets was als een Eredivisie en dat heel veel mensen dan bij elkaar kwamen in een stadion om naar zo’n wedstrijd te kijken. Maar dat was nu natuurlijk allemaal verboden door het Tribunaal. Het virus had sowieso alle competities in heel Paneuropa stilgelegd en toen er sprake van was dat de bonden de wedstrijden weer wilden opstarten, stak het Tribunaal daar een stokje voor en verbood de samenkomsten voorgoed.
“En nu?” vroeg Mala buiten adem.
“Nu,” zei Tal met een glimlach in zijn stem, “gaan we vliegen.” Hij knipte met zijn vingers en voor haar ogen verscheen een beest dat ze alleen kende van de plaatjes uit de verboden boeken.
“Dat kan niet!” bracht ze uit. “Dat bestaat niet! Dat was al een legendarisch dier voordat we ooit de geschiedenis gingen opschrijven!”
Tal lachte en aaide het dier dat tevoorschijn was gekomen op zijn vingerknip: “Dit is Rocky, een Roc-vogel. Klim maar op zijn rug, dan gaan we hier weg!”

Meer weten of vragen?

Ben je geïnteresseerd geraakt door dit blog? Stuur me een berichtje en help je verder!

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest